Taalgereedschap Brons - les 2 - mv - schooljaar 24-25

Taalgereedschap Brons - les 2 

werkwoordspelling - pvtt
Inprentwoorden (dicteewoorden)
Grammatica - meewerkend voorwerp 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalgereedschap Brons - les 2 

werkwoordspelling - pvtt
Inprentwoorden (dicteewoorden)
Grammatica - meewerkend voorwerp 

Slide 1 - Slide


Lezen

Slide 2 - Slide

Planner
Dinsdag 21 januari - maken 3.2.A kolom a + b én 3.3.A + B

Vrijdag 7 februari - boekopdracht  2 inleveren

Dinsdag 11 maart - toets spelling/grammatica

Vrijdag 14 maart - inleveren bm Taalgereedschap Brons

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Ik kan aangeven of de zin enkelvoudig of samengesteld is.

Ik kan de pvtt goed in de zin schrijven.

Ik kan de dicteewoorden (kolom A) foutloos schrijven.

Ik kan een mv in een zin herkennen.

Slide 4 - Slide

Hoe kan ik bepalen of een zin enkelvoudig of samengesteld is?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Gisteren liep Finn van Zutphen naar Warnsveld, want hij wilde genieten van de natuur.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 7 - Quiz

Gisteren liep op het schoolplein een
grote muis van de gevallen boterhammen te eten.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 8 - Quiz

Ik zie, dat de witte kat daar loopt.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 9 - Quiz

Werkwoordspelling
Oefenen

maandag 16 juni - dag van de werkwoordspelling 

Slide 10 - Slide

Pvtt
  1. Ik (waden) door het ondiepe water.​
  2. Margot (knarsetanden) wanneer ze slaapt.​
  3. (Worden) jij daar niet kwaad van?​
  4. De dief (broeden) op een listig plan.​
  5. (Besteden) toch niet zo veel geld aan kledij!




Slide 11 - Slide

Antwoorden
  1. Ik waad door het ondiepe water.​
  2. Margot knarsetandt wanneer ze slaapt.​
  3. Word jij daar niet kwaad van?​
  4. De dief broedt op een listig plan.​
  5. Besteed toch niet zo veel geld aan kledij!




Slide 12 - Slide

Inprentwoorden


Dictee - 3 zinnen

Slide 13 - Slide

Antwoorden
1. De muzikant wordt door zijn vriendin onmiddellijk van het podium gehaald.

2. De conciërge heeft een prachtige alinea over zijn beroep geschreven.

3. In januari heb ik een portemonnee op straat gevonden.

Slide 14 - Slide

Grammatica zinsdelen
Dit is handig om te kunnen, omdat:

- je taalvaardiger wordt;
- je beter zinnen kunt formuleren en daardoor betere teksten kunt schrijven;
- je beter in een vreemde taal zinnen kunt schrijven;
- het onder algemene basiskennis valt.

Slide 15 - Slide

Meewerkend voorwerp
Stel de vraag:
Aan wie / voor wie + gezegde + ow + lv

Mijn oma - geeft - een bos bloemen - aan mama.
Aan wie geeft mijn oma een bos bloemen? --> aan mama
mv = aan mama

Slide 16 - Slide

Ik zal jou binnenkort mijn leesboek geven.
mv =
A
Ik
B
zal geven
C
jou
D
mijn leesboek

Slide 17 - Quiz

Bedenk een zin met een meewerkend voorwerp.

Slide 18 - Open question

Zelfstandig werken
3.2.A kolom a + b

3.3.A - opfrissen grammatica

3.3.B - meewerkend voorwerp

Slide 19 - Slide