9.4 Ziek

9.4 Ziek
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

9.4 Ziek

Slide 1 - Slide

Mentoraat
klassenvertegenwoordiger

LOB-gesprekken

Slide 2 - Slide

Vandaag
-Bespreken vragen van 9.3 
                    
-Uitleg 9.4 (deel 1) 
-Aan het werk

Slide 3 - Slide

Bespreken 9.3
-Gemaakt:  paragraaf 9.3 opdracht 13, 14, 16, 17 en 18
-Heb je nog vragen? 


Slide 4 - Slide

Leerdoelen 9.4
-Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt en je kunt beschrijven hoe ze in je lichaam komen. 
-Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken. 
-Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent 
-Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt. 
-Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een nieuw orgaan nodig hebt

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Samen lezen blz 162-163

Slide 7 - Slide

Hoe word je ziek?
Ziekteverwekkers:
- Bacteriën
- Virussen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe komen ziekteverwekkers binnen? 
Binnendringen door:
-Via slijmvliezen van mond, neus, vagina of penis. 
-Via wondje in de huid

Slide 10 - Slide

Hoe word je ziek?
Infectie = besmetting

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Nu 
Maak (op blz 164) de opdrachten 4, 5, 6, 7, 8
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Hoe word je weer beter?
Afweer
Witte bloedcellen:
- vreetcellen --> pus/etter
- afweerstofcellen --> immuun

Afweerstoffen:
deze stoffen schakelen de ziekteverwekkers uit

Slide 14 - Slide

Vreetcel

Slide 15 - Slide

Antistoffen
  • Het lichaam maakt antistoffen
  • Antistoffen 'passen op' antigenen
  • Elk antigen heeft eigen antistof
  • Ziekteverwekkers kunnen niks meer
Werking antistoffen

Slide 16 - Slide

Nu en huiswerk
Lees blz 164-165
Maak  van paragraaf 9.4 opdracht 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13 en 14

                                  
timer
10:00

Slide 17 - Slide

9.4 Ziek deel 2

Slide 18 - Slide

Vandaag
-Korte herhaling / huiswerk              
-Vervolg uitleg 9.4 ziek
-Aan het werk: afmaken 9.4


Hoofdstuk is na vandaag af. Je bent klaar voor de toets! 

Slide 19 - Slide

Huiswerk was:
Lees blz 164-165
Maak van paragraaf 9.4 opdracht 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 13 en 14

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 9.4
-Je kunt opnoemen door welke ziekteverwekkers je ziek wordt en je kunt beschrijven hoe ze in je lichaam komen. 
-Je kunt beschrijven hoe witte bloedcellen je weer beter maken. 
-Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent 
-Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt. 
-Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een nieuw orgaan nodig hebt

Slide 21 - Slide

Vreetcel

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat zijn A, B en C?

Slide 24 - Slide

Je kunt uitleggen hoe je lichaam ziekteverwekkers herkent 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

antigenen

Aan de buitenkant van bepaalde cellen zitten eiwitten, deze noem je antigenen.

Je hebt 2 soorten: lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen.

lichaamseigen zitten op je eigen cellen, lichaamsvreemde op ziekteverwekkers.

Slide 27 - Slide

antigenen
De afweer herkent besmettingen aan lichaamsvreemde 
antigenen

bv: spike-eiwit op SARS-COVID


Slide 28 - Slide

Je kunt uitleggen waarom en waarmee je wordt ingeënt. 

Slide 29 - Slide

Vaccinatie
Vaccinatie

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Inenten/vaccinatie 
Als je een vaccinatie krijgt word een een stukje van de ziekte ingespoten in je lichaam.

Hier kan je niet ziek van worden maar je lichaam kan er wel afweerstoffen tegen maken.

De volgende keer als je de ziekte echt krijgt word je niet ziek want je lichaam kan dan snel genoeg afweerstoffen maken.
Je lichaam herkent de ziekte

Slide 33 - Slide

Verschillende vormen van immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit.
  • Zelf antistoffen maken, tijdje ziek.

  • Kunstmatige immuniteit.
  • ingeënt bepaalde ziekte, vaccinatie
(Dode/ verzwakte ziekteverwekkers)

Slide 34 - Slide

Wanneer schakel je de afweer uit? 
blz. 171

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Nu en huiswerk
Afmaken van 9.4:
-Lees blz 167, 168, 169
-Maak van paragraaf 9.4 opdracht 16, 17, 18, 20, 23 en 24

-Klaar?  Schrijf vast vragen op voor de toets 
timer
10:00

Slide 37 - Slide