1. Besmetting (ziekteverwekker komt in je lichaam)
2. Incubatietijd (je voelt je nog niet ziek, je kan wel anderen besmetten, ziekteverwekkers vermeerderen zich)
3. Symptomen ( je krijgt ziekteverschijnselen, hoofdpijn, koorts, misselijk)
4. Diagnose (vaststellen welke ziekte je hebt)
5. Prognose (hoe de ziekte verder verloopt)
6. Genezen (je hebt geen ziekteverschijnselen meer)