Toetsterm 5.1 t/m 5.3

Toetsterm 5.2
1 / 50
next
Slide 1: Slide
Marketing en salesMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Toetsterm 5.2

Slide 1 - Slide

Paraplumerk
Hiervan is sprake wanneer verschillende producten onder dezelfde merknaam op de markt worden gebracht. Voorbeelden van een paraplumerk zijn Niveau en Calvé. De nadruk ligt op de verschillende productlijnen, niet op het bedrijf zelf.

Slide 2 - Slide

Wat is een voordeel van een paraplumerk?

Slide 3 - Open question

Wat is een nadeel van een paraplumerk?

Slide 4 - Open question

Fabrikantenmerk
Deze merken door een fabrikant ontwikkeld en beheerd. Een voorbeeld hiervan is Unilever.

Slide 5 - Slide

Individueel merk
Wanneer een fabrikant een product met een eigen naam op de markt brengt is er sprake van een individueel product. Bijvoorbeeld de wasmiddelen Omo, Persil en Becel.

Slide 6 - Slide

Wat is een voordeel van een individueel merk?

Slide 7 - Open question

Wat is een nadeel van een individueel merk?

Slide 8 - Open question

A-merk/B-merk/C-merk

Slide 9 - Slide

Corporate merk
Merk = Bedrijfsnaam: De bedrijfsnaam en merknaam zijn hetzelfde.
Hoge herkenbaarheid: De reputatie van het bedrijf versterkt alle producten van het merk.
Consistente merkstrategie: Alle producten dragen bij aan één merkidentiteit.

Samsung: één merknaam voor televisies, smartphones en huishoudelijke apparaten.
BMW: Alles wat BMW produceert (auto’s, motoren, lifestyleproducten) valt onder één merk.

Slide 10 - Slide

Global merk
een merk dat wereldwijd herkenbaar en verkrijgbaar is, met een consistente merknaam, huisstijl, en positionering in alle landen waar het actief is. Het heeft een internationale strategie en spreekt een groot, wereldwijd publiek aan.

Slide 11 - Slide

Apple gebruikt dezelfde merknaam voor al zijn producten, zoals iPhones, MacBooks en Apple Watch. Het doel van Apple is het versterken van hun reputatie en één duidelijke merkidentiteit creëren. Van welk type merk is hier sprake?
A
paraplumerk
B
global merk
C
corporate merk
D
individueel merk

Slide 12 - Quiz

Nivea biedt producten aan in verschillende categorieën, zoals gezichtscrème, deodorant en zonnebrandcrème, allemaal onder dezelfde merknaam. Wat voor merk is dit?
A
individueel merk
B
global merk
C
paraplumerk
D
b-merk

Slide 13 - Quiz

Een internationaal technologiebedrijf verkoopt producten onder één overkoepelende merknaam, die wereldwijd wordt herkend. Welk soort merk is dit?
A
individueel merk
B
global merk
C
paraplumerk
D
b-merk

Slide 14 - Quiz

Een fabrikant introduceert een nieuw product en geeft het een unieke merknaam die losstaat van andere producten in het assortiment. Hoe wordt dit type merk genoemd?
A
individueel merk
B
global merk
C
paraplumerk
D
corporate merk

Slide 15 - Quiz

Wat is een kenmerk van een fabrikantenmerk?
A
Het wordt uitsluitend verkocht in één winkelketen
B
De fabrikant is verantwoordelijk voor de productie en marketing
C
Het wordt door meerdere fabrikanten geproduceerd onder verschillende namen
D
Het betreft altijd een premium (A-)merk

Slide 16 - Quiz

Een supermarkt verkoopt zowel Coca-Cola als haar eigen frisdrankmerk. De frisdrank van de supermarkt is vaak goedkoper en minder bekend. Hoe wordt dit type merk genoemd?
A
A-merk
B
B-merk
C
C-merk
D
Fabrikantenmerk

Slide 17 - Quiz

Winkelmerk (distribuantenmerk)
Een winkelmerk is een merk dat eigendom is van een distributeur of winkelketen, in plaats van een producent. Deze merken worden exclusief verkocht in de winkels van die keten. Het doel van winkelmerken is vaak om consumenten een betaalbaar alternatief te bieden naast bekende A-merken.

  • Huismerk
  • Eigen merk
  • Private label
  • Wit merk

Slide 18 - Slide

Huismerk
De merknaam verwijst vaak naar de winkel zelf of is er direct aan verbonden. Wordt gepresenteerd als goedkoper alternatief voor A-merken.

Slide 19 - Slide

Eigen merk
Alle producten die exclusief door een winkelketen worden verkocht, vallen onder eigen merk, maar ze hoeven niet als goedkoper alternatief gepositioneerd te zijn. Elk eigen merk is een private label, maar niet elk private label is duidelijk herkenbaar als eigen merk van de winkel.

Slide 20 - Slide

Zoek een voorbeeld van een eigen merk

Slide 21 - Open question

Private label
Producten geproduceerd door een externe fabrikant, maar verkocht onder de merknaam van de retailer. Een private label is ook een eigen merk als deze direct te koppelen is aan de winkel.

Slide 22 - Slide

Wit merk
Producten zonder (bekende) merknaam of met een eenvoudige, generieke verpakking. Dit komt nog maar weinig voor.

Bijvoorbeeld generieke producten in supermarkten, zoals suiker, rijst of pasta, verpakt in eenvoudige witte verpakkingen met alleen de productnaam erop. Of apotheekproducten zoals paracetamol van de drogist, zonder bekende merknaam.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Welk merk is Unilever?
A
Individueel merk
B
Paraplumerk
C
Eigen merk
D
Fabrikantenmerk

Slide 25 - Quiz

Een supermarkt verkoopt producten met eenvoudige, witte verpakkingen zonder merknaam, zoals suiker en pasta. Welk type merk is dit?
A
private label
B
eigen merk
C
huismerk
D
wit merk

Slide 26 - Quiz

Het is een fabrikantenmerk met een kleine naamsbekendheid, en de producent maakt vrijwel geen reclame en het merk is slechts bij enkele verkooppunten verkrijgbaar. Over welk begrip gaat het?
A
A-merk
B
B-merk
C
C-merk
D
Paraplumerk

Slide 27 - Quiz

Coca-Cola wordt in vrijwel elk land ter wereld verkocht met dezelfde naam, logo en merkstrategie. Welk type merk is dit?
A
individueel merk
B
global merk
C
fabrikantenmerk
D
B-mer

Slide 28 - Quiz

Wat is het doel van een corporate merk?
A
De reputatie van het bedrijf versterken en één duidelijke merkidentiteit creëren
B
De productcategorieën uitbreiden
C
Iedere productcategorie draagt een andere merkstrategie uit
D
Draait om het gebruiken van één fabrikant voor meerdere merken

Slide 29 - Quiz

Philips produceert huishoudelijke apparaten, medische apparatuur en verlichting onder dezelfde merknaam. Van welk soort merk is hier sprake?
A
individueel merk
B
corporate merk
C
paraplumerk
D
winkelmerk

Slide 30 - Quiz

Toetsterm 5.3

Slide 31 - Slide

Line extension
Een productlijn uitbreiden, bijvoorbeeld een nieuwe smaak. Er ontstaat geen compleet nieuwe productcategorie.

Slide 32 - Slide

Line stretching
Voorbeeld van line extension: er worden producten (naar boven of beneden) aan het assortiment toegevoegd die niet binnen de oorspronkelijke productlijn vallen > trading up/trading down

Slide 33 - Slide

Line filling
Voorbeeld van line extension: opvullen van het assortiment (horizontaal). Bijvoorbeeld verschillende smaken.

Slide 34 - Slide

Noem een motief om line filling te gebruiken.

Slide 35 - Open question

Brand extension
Een bestaand merk breidt zijn assortiment uit naar nieuwe productcategorieën of diensten die gerelateerd zijn aan de oorspronkelijke kernactiviteiten van het merk.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Co-branding
Een samenwerking tussen twee bedrijven om een gezamenlijke dienst of een gezamenlijk product aan te bieden.

Slide 38 - Slide

line extension
brand extension
co-branding

Slide 39 - Drag question

Wat is brand extension?
A
Het opzetten van een bedrijf met een nieuwe merknaam
B
Een nieuw merk op de markt brengen
C
Een duidelijke samenwerking tussen verschillende merken
D
Het uitbreiden van een merk met een ander product.

Slide 40 - Quiz

Een supermarkt introduceert een exclusieve lijn biologische producten onder de naam “AH Biologisch”. Hoe noemen we dit merk?
A
A-merk
B
private label
C
global merk
D
C-merk

Slide 41 - Quiz

Albert Heijn introduceert binnen zijn bestaande productlijn van koekjes een nieuwe smaakvariant. Wat is dit een voorbeeld van?
A
Brand extension
B
Co-branding
C
line stretching
D
Line filling

Slide 42 - Quiz

Een producent van consumentenelektronica heeft in samenwerking met een fabrikant van reinigingsproducten een innovatief strijkijzer op de markt gebracht. Van welke merkstrategie is sprake?

A
Brand extension
B
Co-branding
C
line stretching
D
Line filling

Slide 43 - Quiz

Het gebruiken van een bestaande merknaam voor nieuwe productcategorieën heet...
A
Line stretching
B
Brand extension
C
Line filling
D
Co-branding

Slide 44 - Quiz


A
Eigen merk
B
Huismerk
C
Corporate merk
D
A-merk

Slide 45 - Quiz

Volkswagen lanceert een luxemodel (Volkswagen Arteon) om een hoger marktsegment te bedienen. Welke strategie past Volkswagen toe?
A
line filling
B
line stretching
C
brand extension
D
co-branding

Slide 46 - Quiz

Samsung, dat bekend staat om zijn smartphones, introduceert nu ook koelkasten en wasmachines onder dezelfde merknaam. Welke merkstrategie is dit?
A
line filling
B
brand extension
C
co-branding
D
line stretching

Slide 47 - Quiz

line extension
brand extension
co-branding

Slide 48 - Drag question

Nike en Apple werken samen aan de Nike + iPod-sportkit, waarbij beide merknamen op het product staan. Van welke merkstrategie is sprake?
A
line extension
B
co-branding
C
brand extension
D
line stretching

Slide 49 - Quiz

Het toevoegen van een lager geprijsd artikel aan het assortiment om hiermee een grotere doelgroep te bereiken
A
Trading up
B
Trading down
C
Joint promotion
D
co-branding

Slide 50 - Quiz