Het schrijven van een alinea met behulp van de vier essentiële elementen

Het schrijven van een alinea met behulp van de vier essentiële elementen
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het schrijven van een alinea met behulp van de vier essentiële elementen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de functie van een onderwerpzin in een alinea uitleggen.
Aan het einde van de les kun je ondersteunende zinnen identificeren en gebruiken.
Aan het einde van de les kun je een sluitende zin herkennen en formuleren.
Aan het einde van de les kun je een alinea opbouwen met eenheid, orde, coherentie en volledigheid.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het schrijven van een alinea?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

De functie en plaats van een onderwerpzin in een alinea
Een alinea bestaat uit een onderwerpzin, drie ondersteunende zinnen en een sluitende zin.
Onderwerpzin: de eerste zin van een alinea die het hoofdidee samenvat.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het identificeren en gebruiken van ondersteunende zinnen
Ondersteunende zinnen: zinnen die informatie toevoegen ter ondersteuning van het hoofdidee.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het formuleren van een sluitende zin
Sluitende zin: de laatste zin die de ondersteunende gedachten samenbindt en het hoofdidee versterkt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het toepassen van eenheid, orde, coherentie en volledigheid in een alinea
Eenheid: een alinea heeft één centrale gedachte die tot uitdrukking komt in de onderwerpzin.
Orde: de organisatie van details in een alinea, die de lezer helpt de tekst te begrijpen.
Coherentie: de onderlinge verbinding tussen zinnen binnen een alinea.
Volledigheid: een alinea is goed ontwikkeld en ondersteunt duidelijk het hoofdidee.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
Onderwerpzin: de eerste zin van een alinea die het hoofdidee samenvat.
Ondersteunende zinnen: zinnen die informatie toevoegen ter ondersteuning van het hoofdidee.
Sluitende zin: de laatste zin die de ondersteunende gedachten samenbindt en het hoofdidee versterkt.
Eenheid: een alinea heeft één centrale gedachte die tot uitdrukking komt in de onderwerpzin.
Orde: de organisatie van details in een alinea, die de lezer helpt de tekst te begrijpen.
Coherentie: de onderlinge verbinding tussen zinnen binnen een alinea.
Volledigheid: een alinea is goed ontwikkeld en ondersteunt duidelijk het hoofdidee.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.