What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Cursus 7 Spelling §7 persoonsvorm tegenwoordige tijd
Welkom bij Nederlands
Cursus 7 §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Cursus 7 §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- huiswerk af?
- voorkennis §1, 2 en 3 door middel van een dictee
- theorie PV TT
- samen oefenen
- zelfstandig aan het werk: online boek §8 maken
Slide 2 - Slide
Oefendictee
Hoe doen we dat ook alweer?
Slide 3 - Slide
als indira wint mag ze door naar de finale
Slide 4 - Open question
's middags houden spanjaarden een siësta want het is dan erg warm
Slide 5 - Open question
In het cafeetje kletsten de opaatjes over vroeger en daarna werden ze in een taxietje naar huis gebracht.
Slide 6 - Slide
Toetsstof
Spelling 7.1 t/m 7.4
-
Werkwoordspelling 7.7 t/m 7.10
Slide 7 - Slide
Werkwoordspelling
Wat is het 'einddoel'?
(wat moet je weten voor de toets?)
pv tt - pv vt - vd - ovd
De antwoorden op de toets geef je in 3 kolommen. Hoe dat moet? Dat gaan we in de komende lessen in stappen leren.
Slide 8 - Slide
Lesdoel
Ik kan de
persoonsvorm
in de
tegenwoordige tijd
vinden.
Ik kan de
persoonsvorm
in de tegenwoordige tijd
goed spellen.
Slide 9 - Slide
Hoe vind ik de PVTT?
- Waarom is het van belang om dit te weten?
- Wat zijn de 3 manieren om dit te vinden?
Slide 10 - Slide
Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:
Maar na een paar minuten kan ik het niet meer verbergen.
Slide 11 - Open question
Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:
Vandaag is Joris wakker gemaakt door zijn broer.
Slide 12 - Open question
Hoe schrijf ik de PVTT?
Ik-vorm + t
Uitzondering:
-> Onderwerp = ik OF je/jij
achter
PV: ik-vorm
-> Onderwerp in meervoud = hele werkwoord
Slide 13 - Slide
Welke regel is van toepassing?
Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord
Slide 14 - Quiz
Noteer de PVTT in de juiste spelling.
Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.
Slide 15 - Open question
Welke regel is van toepassing?
De patiënt [worden] elke dag beter.
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord
Slide 16 - Quiz
Noteer de PVTT in de juiste spelling.
De patiënt [worden] elke dag beter.
Slide 17 - Open question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.
Slide 18 - Open question
Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.
Slide 19 - Open question
De ballon (belanden) in de boom.
Slide 20 - Open question
Ik (vinden) er niets aan.
Slide 21 - Open question
De kip (broeden) al 2 weken.
Slide 22 - Open question
(Houden) jij ook van nasi?
Slide 23 - Open question
Hij (schelden) iemand uit.
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Wat gaat hier mis?
Slide 27 - Slide
Wat gaat hier mis?
Slide 28 - Slide
Aan de slag
Cursus 7 Spelling §7
- Les: Maak in online boek opdracht 1 t/m 6
- Huiswerk: Ga vervolgens verder in de route die voor jou bepaald is:
A,B of C
Slide 29 - Slide
Vereiste kennis bij opdracht 3
Noteer van het volgende scheidbare werkwoord de beide ik-vormen:
aantrekken
Slide 30 - Open question
Evaluatie
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
Slide 31 - Slide
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... jij dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden
Slide 33 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt
Slide 34 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De overvaller (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd
Slide 35 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 36 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt
Slide 37 - Quiz
Wat klopt hier niet?
Slide 38 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?
Slide 39 - Open question
Huiswerk
Werkboek:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)
Online:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2
Slide 40 - Slide
More lessons like this
PVTT en PVVT
November 2023
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
7.7 persoonsvorm tt/ pvtt
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Cursus Spelling § 8 en 9
2 days ago
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
TH1 Taalverzorging H3: persoonsvorm tt
March 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Cursus 7 Spelling §8 PV-TT en §10 PV-VT zwakke ww
July 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 7 Spelling par 7 en 8 PV-tt en PV-vt zwak
8 days ago
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 7 Spelling par 7 en 8 PV-tt en PV-vt zwak
December 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cursus 7 Spelling par 7 en 8 PV-tt en PV-vt zwak
8 days ago
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1