Woordwiel

Opdracht:
Je maakt een woord met de letters die je ziet. De MIDDELSTE letter MOET in het woord staan.
Woordwiel:
Chocomel Letters
1 / 5
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 5 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Opdracht:
Je maakt een woord met de letters die je ziet. De MIDDELSTE letter MOET in het woord staan.
Woordwiel:
Chocomel Letters

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

A
N
O
D
R
E
M
T
S
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.

Slide 2 - Mind map

Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.
De letters kunnen via het bewerkscherm in LessonUp worden aangepast. Hiervoor is een LessonUp-account nodig.
B
N
O
P
R
E
K
T
S
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.

Slide 3 - Mind map

Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.
De letters kunnen via het bewerkscherm in LessonUp worden aangepast. Hiervoor is een LessonUp-account nodig.
K
N
A
P
V
E
T
L
S
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.

Slide 4 - Mind map

Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.
De letters kunnen via het bewerkscherm in LessonUp worden aangepast. Hiervoor is een LessonUp-account nodig.
P
N
I
M
R
E
A
L
S
Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.

Slide 5 - Mind map

Maak zoveel mogelijk woorden met de letters in het woordwiel. 
  • Een woord moet uit tenminste 2 letters bestaan.
  • In elk woord moet de letter uit de middelste ring voor komen. 
  • Je mag per woord elke letter maar één keer gebruiken.
  • Afkortingen mogen niet.
De letters kunnen via het bewerkscherm in LessonUp worden aangepast. Hiervoor is een LessonUp-account nodig.