Ondernemend gedrag - H7. Je idee aan anderen vertellen

Ondernemend gedrag
1 / 14
next
Slide 1: Slide
KeuzedelenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ondernemend gedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom is up-to-date blijven zo belangrijk voor je organisatie?

Slide 2 - Open question

antwoord: 
Dat helpt je organisatie innoveren:
Voor een betere concurrentiepositie
Om je te onderscheiden van concurrenten
Om de korte levenscyclus van producten te ondervangen
Om medewerkers beter te laten functioneren (sociale innovatie) 
Waar gebruik je de swot-analyse voor?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat moet duidelijk zijn om je idee goed te kunnen verwoorden?

Slide 4 - Open question

Antwoord
1. De inhoud
Beschrijf precies wat je idee inhoudt. Wat wil je dat er gebeurd?
2. Middelen
Welke middelen heb je nodig om het idee uit te voeren?
3. Wie?
Voor wie is jouw idee handig? 
H7. Je idee aan anderen vertellen
We gaan het hebben over: 

Het bedenken van argumenten
Het schriftelijk en mondeling vertellen van je idee
Overtuigend overkomen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Argumenten bedenken
Zwak argument: daar kan iemand ander niet zo veel mee. Wordt vaak niet geaccepteerd door de ander.

Sterk argument: is goed over nagedacht en kan je je mening mee onderbouwen. Je kan iemand anders overtuigen.

Weerlegging: je haalt het argument van iemand anders onderuit. Je laat zien dat het argument van de ander niet klopt. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Reactie op weerleggingen
Het licht aan de situatie wanneer je moet reageren. 

Bij een presentatie komen weerleggingen/ (tegen)argumenten op het eind.
Tijdens een vergadering kunnen anderen direct reageren op jouw standpunten en argumenten 

Kom altijd met sterke argumenten! Zorg dat je hier vooraf goed over nagedacht hebt. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Soorten argumenten
Feit als argument: is iets waarvan je zeker weet dat het waar is. 
Autoriteit of gezag gebruiken in je argument: je gebruikt de mening van een persoon die belangrijk is op een bepaald gebied.
Onderzoek of wetenschap gebruiken in je argument: in je argument verwijs je naar resultaten van betrouwbare onderzoeken.
Oorzaak-gevolg argument: je kijkt naar een gebeurtenis (oorzaak) en bedenkt wat het gevolg zou kunnen zijn. De omschrijving van het gevolg is je argument. 
Overeenkomst of vergelijking als argument: je gaat twee dingen met elkaar vergelijken 
Moreel argument: je gaat in op bepaalde normen en waarden. Wat is 'goed' en wat niet? 

Afhankelijk van de situatie is een argument sterk of niet! 

Slide 8 - Slide

Voorbeelden, bedenk per soort argument een argument voor: 

In de klas moeten we andere tafels en stoelen. 

We moeten minder dagen naar school. 
Schriftelijk idee en argumenten vertellen
Betoog schrijven: het doel is om de lezer te overtuigen van het idee van de schrijver

Inleiding: introduceer je idee

Kern: geef verschillende argumenten, verzamelen argumenten 
die bij elkaar horen in 1 alinea. Maak je betoog extra sterk door 
tegenargumenten te geven en die te ontkrachten. 

Conclusie: herhaal je idee nogmaals en zet de belangrijkste 
argumenten op een rijtje. Als laatste keer om je lezer te overtuigen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mondeling idee en argument vertellen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Discussie voeren 
Meerdere mensen geven hun mening over een bepaald onderwerp. 

In een discussie wil je anderen overtuigen. Voorkom dat je niet meer luistert naar de ander en de ander niet meer naar jou. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Overtuigend overkomen
Kern benadrukken: zorg voor een logische opbouw en 
leg de nadruk op de kern.
Doelgroep: bedenk wie je moet overtuigen
Humor: zorg ervoor dat je idee meer tot leven komt
Straal zekerheid uit: sta achter je idee
Rustig en krachtig praten: zodat de ander je goed verstaat en begrijpt. Belangrijke woorden benadrukken
Gebaren en gezichtsuitdrukkingen: om je verhaal te onderbouwen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vertrouwen en gunfactor
Het helpt om anderen te overtuigen als je in het dagelijks werk 

Nauwkeurig bent, waardoor anderen eerder geloven in je idee

Nieuwsgierig bent, waardoor je sympathiek overkomt, waardoor je een hogere funfactor hebt. 

Slide 13 - Slide

Nauwkeurig: op tijd komen, je werkplek netjes achterlaten, goed voorbereid zijn.

Nieuwsgierig: naar meningen, drijfveren en bezigheden van anderen. toon aandacht, stel vragen, toon interesse in de ander. 
Aan de slag!
Praktijkopdracht 10. Voer een debat (ook ter voorbereiding van volgende les) 
Oefenvragen 7 maken. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions