Regelmatige werkwoorden vervoegen Feesttenten

Feesttenten
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Feesttenten
Het vervoegen van regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Slide

Regel: feesttenten 

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt regelmatige werkwoorden correct in het Duits vervoegen 

Slide 3 - Slide

herhaling persoonlijke voornaamwoorden

enkelvoud

ich- ik 
du- jij 
er- hij 
sie-zij 




meervoud

wir-wij
ihr-jullie
sie/Sie- zij / u

Slide 4 - Slide

Even oefenen: vervoeg de volgende werkwoorden 
wohnen
lachen
schwimmen

Slide 5 - Slide

wohnen
Stap 1: 
bepaal de stam van het werkwoord ( -en)
wohnen: stam= wohn

Slide 6 - Slide

ich wohne
du wohnst
e  er/sie/ es wohnt
wir wohnen
ihr wohn
sie/Sie wohnen

Slide 7 - Slide

vervoeg correct:
ich lach?

Slide 8 - Open question

wir schwimm?

Slide 9 - Open question

wat is de stam van
spielen?

Slide 10 - Open question

vervoeg het werkwoord spielen:
ich, du, er, sie, es, wir, ihr ,sie,Sie

Slide 11 - Open question

Wat voor een uitgang krijgt de 'ik-vorm'?
A
e
B
st
C
en

Slide 12 - Quiz

Wat voor een uitgang krijgt de 'du-vorm'?
A
st
B
t
C
e

Slide 13 - Quiz

Wat voor een uitgang krijgt de er/sie/es -vorm?
A
t
B
st
C
e

Slide 14 - Quiz

Wat voor een uitgang krijgt de 'wir-vorm'?
A
t
B
en
C
e

Slide 15 - Quiz

Wat voor een uitgang krijgt de 'ihr-vorm'?
A
t
B
en
C
st

Slide 16 - Quiz

Wat voor een uitgang krijgt de 'sie/Sie-vorm'?
A
en
B
e
C
st

Slide 17 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 18 - Open question

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 19 - Open question