L5: Reactievergelijkingen opstellen

Toets
§4.1 en §4.2 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Toets
§4.1 en §4.2 

Slide 1 - Slide

Huiswerkcontrole:
Lever hier het husiwerk door een foto van het schrift

Slide 2 - Open question

Doelen:
Je kan een reactieschema in woorden opstellen uit een gegeven situatie
Je kan een reactievergelijking opstellen in formules
Je kan een reactievergelijking kloppend maken

Slide 3 - Slide

Ik kies voor de optie:
A
Zelf doen mbv video (oortje in + individueel)
B
Uitleg in de klas

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Reactieschema

Slide 6 - Slide

Reactie vergelijking

Slide 7 - Slide

Weet je nog?
Index: Kleine getalletje in de molecuulformule -> 2 in SO
Coëfficiënt: getal voor de molecuulformule, 5 in 5 NaCl 

Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: Claudia Fietst In Haar Ondergoed Naar Breda

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stappenplan

-Schrijf het reactieschema op in woorden

-Vervang de woorden door symbolen
-Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
-Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
-Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
-Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort
aanwezig is


Slide 10 - Slide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet
  • Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • Uiteindelijk moeten de coëfficiënten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Kijk naar de reactievergelijking van de ontleding van waterstofperoxide:
H2O2 --> H2 + O2
Welke coëfficiënt moet voor zuurstof staan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend: + --> +
C3H6
O2
H2O
CO2

Slide 14 - Open question

Vul de stippellijntjes in. Laat met een komma zien dat het bij het volgende molecuul hoort.
..H2O+..F2>..HF+..O2

Slide 15 - Open question

+
->
3
1
2
NO
H2
NH3

Slide 16 - Drag question

Vul de stippellijntjes in. Laat met een komma zien dat het bij het volgende molecuul hoort.
..P2O3>..P+..O2

Slide 17 - Open question

Vul de stippellijntjes in. Laat met een komma zien dat het bij het volgende molecuul hoort.
..SO2+..O2>..SO3

Slide 18 - Open question

Vul de stippellijntjes in. Laat met een komma zien dat het bij het volgende molecuul hoort.
..H2S+..O2>..SO2+..H2O

Slide 19 - Open question

Vul de stippellijntjes in. Laat met een komma zien dat het bij het volgende molecuul hoort.
..C5H10+..O2>..CO2+..H2O

Slide 20 - Open question