Professionele gesprekken voeren

Professionele gesprekken voeren.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Professionele gesprekken voeren.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort professionele gesprekken voeren jullie in je werk?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

De structuur van een gesprek
  1. Voorbereidingsfase
  2. Aanloopfase
  3. Planningsfase
  4. Themafase
  5. Slotfase 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidingsfase
  • Je bereidt het gesprek voor.
  • Je denkt na over de aanleiding en het doel.
  • Praktische zaken; wie? waar? wanneer? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aanloopfase
  • Sfeer creëren
  • Deelnemers op hun gemak stellen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Planningsfase
  • Afspraken maken over het verloop van het gesprek 
  • Doel van het gesprek
  • Hoe lang gaat het (ongeveer) duren?
  • Wat verwacht je van de cliënt/andere deelnemers?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Themafase
  • Kern van het gesprek
  • Inhoud is bij ieder gesprek anders 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slotfase
  • Globaal de inhoud samenvatten, check of het klopt
  •  Is het doel bereikt? Is iedereen tevreden?
  • Maak afspraken
  • Meestal ook weer sprake van social talk

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

voorbereidings-
fase
aanloopfase
planningsfase
Themafase
Slotfase
Ruimte 
reserveren
Social
talk
Schetsen hoe 
gesprek eruit 
gaat zien
Kern van
gesprek
Samen-vatten

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

volgende keer: LSD.
Wat vertelt dit gedicht jou?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Actief luisteren
  • Je geeft aandacht aan de cliënt
  • Je laat de cliënt zien dat je luistert
  • Je reageert gepast
  • Je let op non-verbale communicatie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is óók belangrijk bij actief luisteren?
A
Tijdens het gesprek je ervaringen delen
B
De ander laten uitpraten
C
Tijdens het gesprek je mening geven
D
Geen van bovenstaande is juist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Gepaste reactie
  • Tussentijds samenvatten en vragen stellen
  • Richt je op de ander, niet op je eigen gedachten en ervaring
  • Laat de ander uitpraten
  • Niet je eigen verhaal, oplossingen of argumenten 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gespreksdoelen
Wat wil je bereiken met het gesprek?

  • Kennisdoel
  • Houdingsdoel
  • Gedragsdoel 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kennisdoel
Welke informatie wil ik de ander geven?
Welke informatie wil ik van de ander ontvangen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Houdingsdoel
  • Je wilt de mening en de gevoelens van de ander beïnvloeden 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Gedragsdoel
  • Je wilt het gedrag van de ander beïnvloeden 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Open vraag 
  • Begint vaak met een vragend voornaamwoord: wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom?
  • Gesprek kost tijd.
  • Meer informatie.
Gesloten vraag
  • Kan met ja/nee of slechts een beperkt aantal keuzeopties beantwoord worden.
  • Efficiënt bij korte, specifieke vragen.
  • Weinig informatie.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wondervraag
  • Hoe zou uw situatie zijn als er een wonder zou gebeuren die alle problemen oplost?
  • Stimuleert zelfoplossend vermogen van de cliënt.
  • Je richt je op de oplossing, niet op het probleem.
Reflecterende vraag
  • 'U maakt zich zorgen, klopt dat?'
  • Reflecteren is het gevoel van de ander proberen weer te geven.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Schaalvraag
  • 'Op een schaal van 1 tot 10, hoeveel pijn heeft u?'
  • 'Wat is er nodig om van een 4 een 5 te maken?'
  • Je kunt een cliënt bewust maken van vooruitgang en je maakt concreet hoe je vooruitgang kan boeken.
Copingvraag
  • 'Hoe lukt het u om zo goed om te gaan met deze situatie?'
  • Je vraagt hoe een cliënt omgaat met de situatie waarin hij zich bevindt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Suggestieve vraag
  • 'U wilt zeker geen koffie meer hè?'
  • Jouw eigen mening of idee zit verweven in de vraag.
  • Je stuurt de cliënt naar een bepaald antwoord toe.
  • Ben je eigenlijk wel geïnteresseerd in de mening van de ander?
Dubbele vraag
  • 'Hoe gaat het met u? Wilt u dat ik de ramen open zet?'
  • Kan verwarrend zijn voor de cliënt.


Meer info? 
Boek: communicatie
Thema: 2

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Valkuilen in communicatie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van valkuilen
  • Diagnosticeren
  • Foutief interpreteren
  • Moraliseren
  • Vooroordelen of stereotyperen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 1

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 3

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 4

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 5

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 6

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 7

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Communicatietip 8

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Met welke communicatietip ga jij aan de slag?
ANNA
DIK
KOE
HELD
NIVEA
OEN
OMA
ALLE TIPS!

Slide 35 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk
Lezen: Boek 'communicatie en gedrag' thema 2
Maken: Boom thema 2 opdracht 3 en 5

Slide 36 - Slide

This item has no instructions