Communicatie: Professionele gesprekken voeren

Professionele gesprekken voeren.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Professionele gesprekken voeren.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
1.   AWR 
2.  Korte Energizer 
3.  terugblik vorige les 
4.  Lesdoelen 
5. Theoretisch gedeelte: Gesprekken - structuur - doel - vragen
6. Aan de slag 
7. Huiswerken
8. Terug- en vooruitblik
9.  Lesdoelen check + Afsluiting

Slide 2 - Slide

Deel 1: 90 min (schatting qua tijd) 

1. AWR
2. Korte Energizer (alleen als er tijd voor is) 
3. (Huis)werk bespreken
4. Lesdoelen
5. Vragenronde
-----------------------------------20 min 

6. Theoretisch gedeelte: Overleg(vormen)
---------------------------------15 min 

7. Aan de slag opdracht 1 + 2 
8. Nabespreken opdracht 2
--------------------------------------45 min ( waarvan 5 min uitleg + 5 min nabespreken) 

9. Lesdoelen check + Afsluiting - 10 min 
90 min.... 
Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort professionele gesprekken voeren jullie in je werk?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Terugblik vorige les
Waar hebben we het over gehad in de vorige les? 
Wat weet jij nog van actief luisteren?

Eindopdracht - rubric en criteria communicatie. Vragen?

Huiswerk nabespreken - lezen Thema 1 en Thema 2 - 2.2. en 2.7

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- kun je toelichten hoe een gespreksstructuur eruit ziet
- kun je benoemen welke 3 gespreksdoelen er zijn
- kun je verschillende vraagsoorten toepassen in een gesprek

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De structuur van een gesprek
  1. Voorbereidingsfase
  2. Aanloopfase
  3. Planningsfase
  4. Themafase
  5. Slotfase 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidingsfase
  • Je bereidt het gesprek voor.
  • Je denkt na over de aanleiding en het doel.
  • Praktische zaken; wie? waar? wanneer? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aanloopfase
  • Sfeer creëren
  • Deelnemers op hun gemak stellen
  • Social Talk
  • Betrekkingsniveau (relatie)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Planningsfase
  • Afspraken maken over het verloop van het gesprek 
  • Waarom voer je het gesprek?
  • Doel van het gesprek?
  • Randvoorwaarden gesprek ? (Duur/ besluitvorming)
  • Onderwerp gesprek?
  • Wat zijn de verwachtingen? 
  • Vragen voor start gesprek?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Themafase
  • Kern van het gesprek (onderwerp bespreken en doel bereiken)

  • Inhoud is bij ieder gesprek anders (kennismakingsgesprek ziet er anders uit dan een evaluatiegesprek)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slotfase
  • Globaal de inhoud samenvatten, check of het klopt.
  •  Is het doel bereikt? Is iedereen tevreden?
  • Maak afspraken.
  • Sluit gesprek af.
  • Meestal ook weer sprake van social talk

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

voorbereidings-
fase
aanloopfase
planningsfase
Themafase
Slotfase
Ruimte 
reserveren
Social
talk
Schetsen hoe 
gesprek eruit 
gaat zien
Kern van
gesprek
Samen-vatten

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

volgende keer: LSD.
Wat vertelt dit gedicht jou?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Herhaling: Actief luisteren
  • Je geeft aandacht aan de cliënt
  • Je laat de cliënt zien dat je luistert
  • Je reageert gepast
  • Je let op non-verbale communicatie 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is óók belangrijk bij actief luisteren?
A
Tijdens het gesprek je ervaringen delen
B
De ander laten uitpraten
C
Tijdens het gesprek je mening geven
D
Geen van bovenstaande is juist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken actief luisteren
- Je geeft aandacht aan de ander
- Je laat de ander zien dan je luistert
- Je reageert gepast
- Je let op non-verbale communicatie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gespreksdoelen
Wat wil je bereiken met het gesprek?

  • Kennisdoel
  • Houdingsdoel
  • Gedragsdoel 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kennisdoel
Welke informatie wil ik de ander geven?

Welke informatie wil ik van de ander ontvangen?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Houdingsdoel


    Je wilt de mening en de gevoelens van de ander beïnvloeden 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Gedragsdoel

Je wilt het gedrag van de ander beïnvloeden 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschillende vraagsoorten

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Open vraag 
  • Begint vaak met een vragend voornaamwoord: wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom?
  • Gesprek kost tijd
  • Meer informatie
  • Betere verstandshouding
  • Ruimte om te praten
Gesloten vraag
  • Kan met ja/nee of slechts een beperkt aantal keuzeopties beantwoord worden
  • Efficiënt bij korte, specifieke vragen
  • Weinig informatie
  • Gaat om feiten
  • Weinig persoonlijke sfeer

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wondervraag
  • Hoe zou uw situatie zijn als er een wonder zou gebeuren die alle problemen oplost?
  • Stimuleert zelfoplossend vermogen van de cliënt.
  • Je richt je op de oplossing, niet op het probleem.
Reflecterende vraag
  • 'U maakt zich zorgen, klopt dat?'

  • Reflecteren is het gevoel van de ander proberen weer te geven.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Schaalvraag
  • 'Op een schaal van 1 tot 10, hoeveel pijn heeft u?'
  • 'Wat is er nodig om van een 4 een 5 te maken?'
  • Je kunt een cliënt bewust maken van vooruitgang en je maakt concreet hoe je vooruitgang kan boeken.
Copingvraag
  • 'Hoe lukt het u om zo goed om te gaan met deze situatie?'
  • Je vraagt hoe een cliënt omgaat met de situatie waarin hij zich bevindt.
  • Positief, de ander is al goed op weg!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Suggestieve vraag
  • 'U wilt zeker geen koffie meer hè?'
  • Jouw eigen mening of idee zit verweven in de vraag.
  • Je stuurt de cliënt naar een bepaald antwoord toe.
  • Ben je eigenlijk wel geïnteresseerd in de mening van de ander?
Dubbele vraag
  • 'Hoe gaat het met u? Wilt u dat ik de ramen open zet?'
  • Kan verwarrend zijn voor de cliënt.

Meer info? 
Boek: communicatie
Thema: 2
(keuzevraag, bijzondere vraag, confronterende vraag)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Lezen: Boek 'communicatie en gedrag' thema 2 - 2.1 t/m 2.4

Maken: Thema 2 opdracht 3 en 5

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
- Hoe ziet de structuur van een professioneel gesprek eruit?

- Welke gespreksdoelen zijn er?

- Welke soorten vragen kun je stellen?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vooruitblik
Volgende les gaan we het hebben over:
 Specifieke gesprekken voeren!

Thema 3 uit het boek van Boom: Communicatie en Gedrag

Slide 32 - Slide

This item has no instructions


Bedankt voor jullie aandacht! 

Tot de volgende keer! 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions