What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Lezen H2
Lezen H2
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lezen H2
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Vandaag:
- 10 minuten in stilte lezen
- Voorkennis ophalen
- Startopdr. H2
- Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden
- Maken opdr. 1 van H2
Slide 2 - Slide
Ik weet wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Tekstverbanden geven verbanden aan tussen ....
A
teksten
B
woorden
C
woorden, zinnen
D
woorden, zinnen, alinea's
Slide 4 - Quiz
Ken je deze vier tekstverbanden:
chronologisch, opsommend, tegenstellend en toelichtend?
A
ja
B
nee
C
beetje
Slide 5 - Quiz
Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
reden
Slide 6 - Quiz
Bij welk verband hoort het signaalwoord 'toch'?
A
Tegenstellend verband
B
Concluderend verband
C
Chronologisch verband
D
Voorwaardelijk verband
Slide 7 - Quiz
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'maar'?
A
opsommend verband
B
toelichtend verband
C
tegenstellend verband
D
chronologisch verband
Slide 8 - Quiz
Bij welk tekstverband hoor het signaalwoord 'eerst'?
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 9 - Quiz
'Neem bijvoorbeeld'
hoort bij een:
A
tegenstellend verband
B
toelichtend verband
C
chronologisch verband
D
opsommend verband
Slide 10 - Quiz
Startopdracht H2
Pak je boek erbij (blz. 42).
Maak even zelfstandig de startopdracht. Deze bespreken we zo klassikaal.
Slide 11 - Slide
Concluderend tekstverband
De auteur trekt een conclusie uit informatie eerder in de tekst.
Signaalwoorden:
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook
'Al met al
is het zeker een product dat ik zou aanraden!'
Slide 12 - Slide
Redengevend verband
Dit verband geeft aan
waarom
iemand iets doet of vindt.
Signaalwoorden:
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, vanwege
Omdat
het regent, ga ik vandaag met de bus naar school.
Slide 13 - Slide
Oorzakelijk verband
Dit verband laat zien
waardoor
iets gebeurt (waarop je geen invloed hebt).
Signaalwoorden:
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij, door te
Doordat
het zo hard waaide, is er een boom op mijn auto gevallen.
Slide 14 - Slide
Vergelijkend verband
De auteur maakt iets duidelijk door een
verschil
of
overeenkomst
te noemen.
Signaalwoorden:
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met
Zij is erg slim,
net als
haar broertje.
Slide 15 - Slide
Klassikaal maken:
Opdr. 1 van lezen H2, blz. 43
Antwoorden invullen via Nieuw Nederlands online, Mag_2a2
Slide 16 - Slide
Huiswerk voor morgen:
Afmaken opdr. 1 van H2 lezen, blz. 43 (online!)
Als je het hw van vandaag nog niet had gemaakt, dan maak je dat ook!
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Lezen H2
May 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Begrijpend lezen P2
November 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 Gebiedende wijs + tekstverbanden h2 lezen
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
January 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
April 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Lezen H2 tekstverbanden
January 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden theorie
May 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Tekstverbanden en signaalwoorden theorie
May 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1