What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HV1 - Kapitel 1.2 - Alfabet, bezit bij namen, haben, sein, werden, regelmatige werkwoord
Heute
Alphabet
Quiz
Werkwoorden
regelmatig
&
hebben, zijn, worden
Aufgabe 11, 14
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Heute
Alphabet
Quiz
Werkwoorden
regelmatig
&
hebben, zijn, worden
Aufgabe 11, 14
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Fragewörter
Slide 3 - Mind map
NL -> DE
knap
A
hubsch
B
hübch
C
hübsch
D
huëbsch
Slide 4 - Quiz
DE -> NL
heiraten
Slide 5 - Open question
Sleep de persoonlijk voornaamwoorden naar de juiste plek
ik
jij
hij
zij
het
men
wij
jullie
zij
U
ich
du
er
sie
es
sie (mv)
ihr
wir
Sie
man
Slide 6 - Drag question
DE -> NL
der Schüler
A
de student
B
de leerling
C
de school
D
de sleutel
Slide 7 - Quiz
NL -> DE
irritant
A
nerfig
B
nergiv
C
nervig
D
vering
Slide 8 - Quiz
DE -> NL
die Beziehung
A
de wijk
B
de betrekking
C
het plezier
D
de relatie
Slide 9 - Quiz
Lernziele
Ik kan in teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen
Ik kan
haben, sein, werden
vervoegen
Ik kan een regelmatig werkwoord vervoegen
Ik ken de woordjes van Kapitel 1.2
Slide 10 - Slide
Im Winter war es
ganz
kalt!
Ich gehe
gerne
in die Stadt.
Meine Eltern leben
getrennt
.
Franz wohnt bei mir
in der
Nähe.
Seine
Lieblingsfarbe
ist grün.
Was
machen
wir Morgen?
Ich
möchte
noch einen Apfel!
Wie
nennen
wir uns Kind?
In welchem
Viertel
wohnst du?
Kommt ihr
zu viert
oder zu zweit?
heel
graag
gescheiden
in de buurt
de lievelingskleur
doen
wil graag
noemen
de wijk
met z'n vieren
Slide 11 - Slide
Regelmatige werkwoorden
Hoe herken je ze?
Stam van werkwoord
de stam verandert niet
NL = DE (95%)
hele werkwoord
-en weglaten /
-n weghalen
Stam van werkwoord
Slide 12 - Slide
Regelmatige werkwoorden
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Uitgangen
-e
-st
-t
-en
-t
-en
machen
doen / maken
mach = stam
mach
e
mach
st
mach
t
mach
en
mach
t
mach
en
Slide 13 - Slide
Maak de stam van 'maken'
Schrijf zonder streepje!
Slide 14 - Open question
DE laufen = lopen NL
Is dit een regelmatig werkwoord?
A
ja, want de stam verandert niet
B
ja, want dit is hetzelfde als in het NL
C
nee, want dit is hetzelfde als in het NL
D
Gozâh, ik heb geen idee
Slide 15 - Quiz
NL -> DE
maken / doen
A
tun
B
machen
C
maken
D
machte
Slide 16 - Quiz
NL: Jullie doen vandaag veel.
DE: Ihr ....... heute viel.
Slide 17 - Open question
Onregelmatige
werkwoorden
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
haben
hebben
-
habe
hast
hat
haben
habt
haben
sein
zijn
-
bin
bist
ist
sind
seid
sind
werden
worden/
zullen
-
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 18 - Slide
Aufgaben 1.2
11, 14 samen
13, 15 zelfstandig
Al klaar? 17, 18
Al klaar? 19, 20
Volgende les:
Herhaling grammatica voor opdracht 17, 18
Slide 19 - Slide
Hoeveel woorden Duits heb je gesproken?
0
100
Slide 20 - Poll
Welk Duits woord heb je vandaag geleerd?
Slide 21 - Open question
Volgende les
Herhaling grammatica werkwoorden (voor 17, 18)
Liedopdracht!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Brugklas: LS 5 Regelmatige en onregelmatige werkwoorden 22-23
July 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV2 - Snelcursus 2
July 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 - Kapitel 1.2 - herhaling & ondersteuning
September 2021
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H2 - Snelcursus Regelmatige werkwoorden
July 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H3 herhaling haben/sein/werden + D Lesen
September 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 4,5
regelmatige ww + haben/sein
March 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
MBO
Studiejaar 1
regelmatige ww + haben/sein
September 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 2
TT haben & sein
August 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2