Week 19 (4-2023) klas 2 Einkaufen H9

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 133 leren!
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wir fangen an mit Logo Erklärt!



Warum immer neues Blut gebraucht wird

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Was machen wir heute?



  • Grammatik

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lernziele dieser Stunde:
  • Du kannst die 1., 3. und 4. Fall der Personal Prononomen erkennen und verwernden in einem Satz 
  • Du kennst die Präpositionen mit dem dritten und vierten Fall
  • Du bist Imstande den Stufenplan zu benutzen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Präpositionen (voorzetsels)
voorzetsels die de vierde naamval krijgen!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs, voorbij

Slide 8 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
Präpositionen (voorzetsels)
voorzetsels die de derde naamval krijgen!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
naar  plaats/stad/land
sinds
van
naar personen

Slide 10 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!
samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
 
3e naamval = meewerkend voorwerp
                           *  mir, dir, ihm, ihr, ihm, uns, euch, ihnen/Ihnen
                           * na de voorzetsels aus, bei, mit, nach, seit, von, zu                                             

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
Het stappenplan helpt je om de juiste vorm in de juiste naamval van een persoonlijk voornaamwoord te vinden!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen:
Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Der Text wurde von ... geschrieben.
(vorm van hij)
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe mit ... gesprochen.
(vorm van zij)
A
sie
B
ihr

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Er wird morgen zu ... kommen.
(vorm van ik)
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ich habe schon lange nicht von ... gehört .
(vorm van zij)
A
ihr
B
sie
C
Sie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hast ... deine Hausaufgaben zusammen mit .... gemacht?
(vorm van jij + vorm van hij)
A
du, er
B
dich, er
C
du, ihm
D
dich, ihm

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

An die Arbeit!
Aan het werk:
Was?    Mache Aufgaben 21, 22, 23 und 24  (Seite 116/117)
              Deze opdrachten zijn ook het huiswerk!
Wie?     Selbstständig und im Buch
Hilfe?    die Grammatik auf Seite 114 und das Stufenplan
Zeit       15 Minuten
Fertig? Lerne die Wörter auf Seite 132/133
               




 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
Aufgaben 21, 22, 23 und 24 (Seite 116/117)

lernen:
die Wörterliste aus Seite 133




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Du kannst erklären was den dritten Fall ist
  • Du kennst die Präpositionen mit dem dritten Fall
  • Du kennst die Personal Pronomen im dritten Fall
  • Du bist Imstande den Stufenplan zu benutzen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 132/ 133 leren!
 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wir machen weiter mit Logo Erklärt!



Wie Tiere den Winter verpennen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Was machen wir heute?


  • Wir kontrolieren die Hausaufgaben 
  • Üben mit dem Wortschatz

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:


  • Du bist imstande auf Deutsch aus einzelne Sätze ein gut läufendes Gespräch zu bilden
  • Du hast neue Wörter gelernt

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Je krijgt in tweetallen een aantal kaartjes die drie  
                gesprekken  in verschillende winkels vormen. Maak met
                deze kaartjes drie verschillende gesprekken. Het zijn vragen en antwoorden
                Als je klaar bent, vraag je mw. De Haan of het klopt.
Wie?       zuzweit 
Hilfe?     Die Wörterliste auf Seiten 132 und 133 
Zeit?       15 Minuten
Fertig?   Vervang een aantal woorden in het gesprek, zodat je nu 
                 in een andere winkel een ander verkoopgesprek maakt.  
                 Deze nieuwe gesprekjes mogen jullie straks voorlezen! 






Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Lukt het me om een gesprek te vormen met zinnen die op een kaartje staan?
  • Heb ik nieuwe woorden geleerd?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions