Maken van de opdrachten in classroom. Aan het einde inleveren
Na de film volg je deze les zelfstandig (link staat in classroom)
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vertellen wat arbeiders deden om hun positie te verbeteren
Je kunt uitleggen door welke nieuwe wetten de situatie van de arbeiders eind 19e eeuw sterk verbeterde.
Slide 3 - Slide
Herhaling paragraaf 2a
Slide 4 - Slide
Maak de zin kloppend Rond 1880 mochten alle/ rijke mannen stemmen
A
alle
B
rijke mannen
Slide 5 - Quiz
Maak de zin kloppend Daardoor hadden liberalen/socialisten/confessionelen
A
liberalen
B
socialisten
C
confessionelen
Slide 6 - Quiz
Maak de zin kloppend De meeste mensen mochten niet stemmen dus was Nederland wel/geen democratie
A
wel
B
geen
Slide 7 - Quiz
geloof is het uitgangspunt
zoveel mogelijk vrijheid
Geld en bezit eerlijker verdelen
Confessionelen
Liberalen
socialisten
Slide 8 - Drag question
Arbeiders wilden dat werktijden zouden worden vastgelegd in een wet. Ze eisten een werkdag van acht uur voor alle arbeiders. Waarom wilden arbeiders dat dit in een wet werd vastgelegd?
Slide 9 - Open question
Arbeiders wilden dat werktijden zouden worden vastgelegd in een wet. Ze eisten een werkdag van acht uur voor alle arbeiders. Wie waren er tegen zo'n wet. Liberalen of socialisten. Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open question
Arbeiders wilden dat werktijden zouden worden vastgelegd in een wet. Ze eisten een werkdag van acht uur voor alle arbeiders. Onder de confessionelen waren er voor- en tegenstanders van zo'n wet. Wat is daarvoor een verklaring?
A
De confessionelen kwamen alleen op voor gelovige
B
De confessionele kwamen alleen op voor de rijken
C
Onder de confessionelen waren arbeiders en rijken fabrikanten
D
Onder de confessionelen waren liberalen en socialisten
Slide 11 - Quiz
Volgende stap
* Lezen van paragraaf 2b: blz 62
* aantekening paragraaf 2b
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Uitleg paragraaf 2b
* aantekening paragraaf 2
* Wat heb je nodig: aantekening paragraaf 2
Slide 14 - Slide
Protesten en onrust
Liberalen besloten wetten in te voeren omdat:
arbeiders zelf werkomstandigheden niet konden verbeteren
angst voor onrust
Slide 15 - Slide
Sociale wetten
wetten die de leef- en arbeidsomstandigheden verbeteren.
Dit is vooral belangrijk voor de arme arbeiders.
Slide 16 - Slide
Langzaam verbetering
Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten 1889: Arbeidswet (kinderen tot 16 + vrouwen mogen niet langer langer dan 11 uur werken. Vanaf 1919 niet langer dan 8 uur. 1901:
Leerplichtwet
Woningwet
Ongevallenwet
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen + Ouderdomswet
Slide 17 - Slide
Afronding
Slide 18 - Slide
Wat hoort bij de socialisten
A
gelijkheid
B
protestanten
C
gematigd
D
liberaal
Slide 19 - Quiz
Wat hoort niet bij de confessionelen?
A
Rooms-katholieken
B
gematigd
C
Protestanten
D
staken
Slide 20 - Quiz
Wat hoort niet bij de liberalen
A
vrijheid
B
fabrikanten
C
gelijkheid
D
rijke burgers
Slide 21 - Quiz
Waar of niet waar Een radicale oplossing om tot betere arbeidsomstandigheden te komen is staken
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
Arbeiders woonden in kleine huisjes waar het soms smerig was en ziektes uitbraken. Dit is een voorbeeld van arbeidsomstandigheden
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quiz
Welke groep kwam op voor de belangen van de arbeiders
A
liberalen
B
rooms-katholieken
C
protestanten
D
socialisten
Slide 24 - Quiz
Wat is het doel van een sociale wet?
Slide 25 - Open question
Sociale wetten
wetten die de leef- en arbeidsomstandigheden verbeteren.
Dit is vooral belangrijk voor de arme arbeiders.
Slide 26 - Slide
Noem een paar voorbeelden van sociale wetten
Slide 27 - Open question
Langzaam verbetering
Eerste sociale wetten vanaf 1874: Kinderwetje van Van Houten 1889: Arbeidswet (kinderen tot 16 + vrouwen mogen niet langer langer dan 11 uur werken.
1901:
Leerplichtwet
Woningwet
Ongevallenwet
1917: Algemeen Kiesrecht voor mannen
1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen + Ouderdomswet