VWO 6 De passiva van de NV

Begintaak

Bekijk de kengetallen
Wat valt je op?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begintaak

Bekijk de kengetallen
Wat valt je op?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Herhaling
  •  Conver
  • Maken 2.21 en 2.24
  • Obligatielening
  • 2.27, 2.28, 2.29

Slide 2 - Slide

De jaarrekening bestaat tenminste uit:
A
Balans en bestuursverslag
B
Balans, W&V-rekening, toelichting op beide
C
Balans en Winst-& verliesrekening
D
Balans, W&V-rekening en een bestuursverslag

Slide 3 - Quiz

Op de balans is activa hetzelfde als..
A
bezittingen
B
schulden
C
eigen vermogen
D
goederen die niet verkocht worden

Slide 4 - Quiz

Wat zijn materiële vaste activa?
A
Gebouwen, deelneming en goodwill
B
Gebouwen, inventaris en auto
C
Auto, grond en deelneming
D
Grond, gebouwen en goodwill

Slide 5 - Quiz

Het doel van een deelneming is:
A
Langdurige samenwerking gericht op eigen werkzaamheden
B
Winst maken als je het weer verkoopt
C
Beleggen van overtollige kasmiddelen
D
Zeggenschap krijgen in een ander bedrijf

Slide 6 - Quiz

Een licentie is:
A
het recht om een bepaald gebied te exploiteren
B
Kosten van product-ontwikkeling
C
De overnameprijs van een bedrijf
D
exploitatie van een door een ander bedrijf ontwikkeld product

Slide 7 - Quiz

Immateriele vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Eigen Vermogen
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
Deelneming
Vooruit betaalde bedragen
Agio Reserve
Obligatielening
Onderhandse lening
Crediteuren
Nog te betalen btw
Kas
Octrooien

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Off Balance

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

10 minuten

Slide 24 - Slide

De obligatielening

Slide 25 - Slide

Obligatielening
Van der Kroft nv geeft per 1 januari 2020 een obligatielening uit met de volgende kenmerken:
  • Er worden in totaal 600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,- per obligatie
  • De interest bedraagt 3,5% per jaar
  • De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
  • Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
  • De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.

Slide 26 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest bedraagt 3,5% per jaar De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.
Bereken het totale bedrag dat Van der Kroft op 31-12-22 moet betalen (€x.xxx)

Slide 27 - Open question

Antwoord
Interest: (600.000 – 2 x 120.000) x 3,5% x 6/12 = € 6.300
Aflossing: € 120.000,-
Totaal: € 126.300,-

Slide 28 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest bedraagt 3,5% per jaar De looptijd van de obligatielening is 5 jaar
Aflossing in 5 jaarlijkse gelijke termijnen, voor het eerst op 31 december 2020
De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020.
Bereken de interestkosten van de 3,5% obligatielening in 2023(€x.xxx)

Slide 29 - Open question

Antwoord
Interestkosten
 0,035 x (600.000 – 3 x 120.000) = € 8.400


Slide 30 - Slide

600 obligaties uitgegeven tegen een nominale waarde van € 1.000,-
De interest is 3,5% per jaar De looptijd is 5 jaar Aflossing in 5 jaarlijkse termijnen, voor het eerst op 31 december 2020 De interest wordt elk halfjaar achteraf betaald, voor het eerst op 30 juni 2020. Bereken het bedrag dat wegens de interest op de balans van 31 mei 2023 moet komen.(€x.xxx)

Slide 31 - Open question

Antwoord
5/12 x 0,035 x (600.000 – 3 x 120.000) = € 3.500

Onder de balanspost ‘Nog te betalen interest’.



Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Maken
  • 5.27 Emissie van obligaties
  • 5.28 Juki
  • 5.29 Sam

Slide 47 - Slide