Palliatieve problemen (les1 )

Palliatieve problemen (les1 )
1 / 15
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Palliatieve problemen (les1 )

Slide 1 - Slide

Onderwerpen
Palliatief begrip
cachexie
Hoesten en benauwdheid
Pijn en immobiliteit
Problemen bij kanker
Problemen bij hartfalen

Slide 2 - Slide

Wat is palliatieve zorg?
Palliatief betekent: verzachtend. Palliatieve zorg is niet gericht op genezing, maar op het welzijn. Dat het leven zo fijn en goed mogelijk is (door het voorkómen en/of verminderen van klachten), ondanks dat je ziek bent.

Slide 3 - Slide

Dit houdt palliatieve zorg in 
Palliatieve zorg richt zich op alles dat belangrijk is voor het welzijn van de cliënt (het lichaam, de geest en de omgeving). Het bestaat uit: 
  • ZIEKTEGERICHTE PALLIATIE
  • SYMPTOOMGERICHTE PALLIATIE

Slide 4 - Slide

ZIEKTEGERICHTE PALLIATIE
De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is.
Het behandelen van een ziekte in de palliatieve fase maakt de cliënt niet beter. Het kan soms wel de klachten verminderen en het leven verlengen.

Slide 5 - Slide

SYMPTOOMGERICHTE PALLIATIE
lichamelijke zorg: het voorkomen en/of verminderen van lichamelijke klachten, zoals pijn, misselijkheid en/of braken, vermoeidheid, benauwdheid en diarree
psychische zorg: het voorkomen en/of verminderen van geestelijke klachten, zoals angst, somberheid, en verdriet
sociale zorg: hulp bij problemen met de mensen om je heen en bij het verwerken van veranderingen op het gebied van afhankelijkheid, werk, status, inkomen, enzovoort 
spirituele zorg: hulp bij levensvragen, zoals ‘Waar kan ik troost, kracht en inspiratie uit halen?’ en ‘Hoe kijk ik tegen de dood aan?’ en niet te vergeten: ‘Wat vind ik belangrijk in mijn leven?’  

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waar denk je waar palliatieve zorg kan worden aangeboden?

Slide 8 - Slide

Waar kan palliatieve zorg worden aangeboden?
Palliatieve zorg kan op verschillende plekken gegeven worden. Bij voorkeur op de plek waar u zelf wilt zijn. Bijvoorbeeld thuis, in een hospice of in een verpleeghuis.
De palliatieve fase kan kort of lang duren: van dagen tot enkele maanden of jaren.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Cachexie

Slide 11 - Slide

Wat is cachexie
Doordat lichaam (in terminale fase) niet meer voldoende werkt (processen zijn verstoord) zie je een sterke vermagering optreden.
Bijvoorbeeld bij de ziektebeelden: 
Kanker, AIDS, hartfalen en tuberculose.

Slide 12 - Slide

Effecten op patiënten in de palliatieve fase 3
- Immobiliteit gerelateerd aan veel voorkomende ziektebeelden
- Problemen bij kanker
- Problemen bij hartfalen

Slide 13 - Slide

Immobiliteit gerelateerd aan veel voorkomende ziektebeelden
COPD ( benauwd, niet tot nauwelijks kunnen mobiliseren)
Hartfalen ( benauwd, niet tot nauwelijks kunnen mobiliseren)
Artrose / reuma ( pijn, stijfheid, niet tot nauwelijks kunnen mobiliseren)
Osteoporose  ( verzwakking van de botten, verhoogde kans op botbreuken,angst)
Visus klachten ( slecht tot geen zicht, verhoogde kans op vallen, angst)
Spierkracht vermindering ( verzwakt, niet de kracht hebben op mobiliseren)
Evenwichtsstoornissen ( angst)

Slide 14 - Slide

Opdracht in teams
COPD Gold 3 / 4 + hartfalen + DM1
Een zorgvrager heeft deze 3 ziektebeelden.

Probeer na te denken in welke palliatieve fase deze zorgvrager zou kunnen zitten.
Waar heeft deze zorgvrager behoefte aan?
Wat voor acties/behandelingen zou er in de palliatieve fase nodig zijn?
Waar zitten de potentiële gevaren?


Slide 15 - Slide