8.2 Je ademt (VWO) Heb je het begrepen?

8.2 (VWO) Heb je het begrepen?
Deze lessonup is een formatief toetsje.  Je krijgt per leerdoel een aantal vragen. Daarna geef je aan hoe goed jij denkt dat je de leerdoelen beheerst. Hou je leerdoelplanner bij de hand en noteer het ook daarop. Aan het eind schrijf je op wat je nog gaat doen om te verbeteren. Schrijf dat ook op je planner!
Ook kan je aan het eind de docent vragen stellen. 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8.2 (VWO) Heb je het begrepen?
Deze lessonup is een formatief toetsje.  Je krijgt per leerdoel een aantal vragen. Daarna geef je aan hoe goed jij denkt dat je de leerdoelen beheerst. Hou je leerdoelplanner bij de hand en noteer het ook daarop. Aan het eind schrijf je op wat je nog gaat doen om te verbeteren. Schrijf dat ook op je planner!
Ook kan je aan het eind de docent vragen stellen. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 8.2 Je ademt 
Leerdoel 5: Je kunt uitleggen hoe je met je borst en je buik ademhaalt.
Leerdoel 6: Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen. 
Leerdoel 7: Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurtsof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
Leerdoel 8: Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademhalen.
Leerdoel 9: Je kunt uitleggen hoe je ademhaling geregeld wordt (en hoeveel lucht je in en uit ademt).



Slide 2 - Slide

Leerdoel 5 
Je kunt uitleggen hoe je met je borst en je buik ademhaalt.

Slide 3 - Slide

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 4 - Drag question

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 5 - Drag question

Wanneer je je middenrif aanspant wordt de luchtdruk in je longen....
A
hoger dan de buitenlucht
B
lager dan de buitenlucht

Slide 6 - Quiz

Welke oorzaak- gevolg bij ademhaling is correct?
A
Doordat je ribben bij ontspanning naar beneden zakken, wordt de luchtdruk in de longen kleiner.
B
Doordat er bij inademing lucht je longen instroomt, worden je longen groter.
C
Doordat je je tussenribspieren aanspant, daalt de luchtdruk in longen.
D
Doordat de luchtdruk in je longen stijgt, stroomt de lucht naar binnen.

Slide 7 - Quiz

Ademhaling

Slide 8 - Slide

Hoe goed denk je dat je leerdoel 5 beheerst?
Je kunt uitleggen hoe je met je borst en je buik ademhaalt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Leerdoel 6 + 7
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen. 

Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurtsof en koolstofdioxide in de longen verloopt.

Slide 10 - Slide

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijptakjes
luchtpijp

Slide 11 - Drag question


Vanuit een longblaasje gaat (1) naar een longhaarvat
Vanuit een longhaarvat gaat (2) naar een longblaasje

A
1: zuurstof 2: glucose
B
1: koolstofdioxide 2: glucose
C
1: koolstofdioxide 2: zuurstof
D
1: zuurstof 2: koolstofdioxide

Slide 12 - Quiz

Je gaswisseling gaat heel snel. Dat heeft meerdere oorzaken.
Wat is GEEN oorzaak van snelle gaswisseling?
A
Door het slijm in je longblaasjes
B
Door het grote oppervlak van de longblaasjes
C
Doordat bloed stroomt
D
Door de dunne wand van de longblaasjes

Slide 13 - Quiz

Iemand met astma heeft veel slijm in de luchtwegen en tijdens een astma aanval trekken spieren rondom de luchtpijptakjes samen. Leg uit waardoor iemand met astma minder lang kan rennen dan een gezond persoon. (2p)

Slide 14 - Open question

Antwoord (2 pnt)
1e Punt :
- Door het slijm kan zuurstof niet goed naar de bloedvaten / niet goed worden opgenomen.              OF
- Door het samentrekken van de spieren vernauwen de luchtpijptakjes en kan er minder verse lucht met zuurstof in de longblaasjes komen.
2e punt:
Als je minder zuurstof hebt kun je minder verbranden / heb je minder energie en kun je minder lang rennen. 

Slide 15 - Slide

Hoeveel punten denk je dat je voor de vorige vraag had?
A
0
B
1
C
2

Slide 16 - Quiz

Gaswisseling

Slide 17 - Slide

Hoe goed denk je dat je leerdoel 6 en 7 beheerst?
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen. Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurtsof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Hoe goed denk je dat je leerdoel 6 en 7 beheerst?
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen. Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurtsof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Uitlegfilmpje
Op de volgende slide staat een filmpje van 3 minuten. 
Daarin worden leerdoel 3, 5, 6 en 7 nog eens kort uitgelegd en zie je in wat er in je lichaam gebeurt. 

Als je de stof nog lastig vindt, kijk je dat filmpje. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Leerdoel 8
Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademhalen.

Slide 22 - Slide

Emily zegt:
Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.

Joey zegt:
Bacteriën en stofdeeltjes blijven aan trilhaartjes in het slijm van je luchtwegen plakken

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Alleen Emily waar
D
Alleen Joey waar

Slide 23 - Quiz

Waar zitten slijmcellen?
A
In je neusholte en keelholte
B
In je luchtpijp en bronchiën
C
In je keelholte, luchtpijp en bronchiën
D
In je neusholte, luchtpijp en bronchiën

Slide 24 - Quiz

Hoe raak je stofdeeltjes en bacteriën die je inademt weer kwijt?

Slide 25 - Open question

Hoe goed denk je dat je leerdoel 8 beheerst?

Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademhalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Leerdoel 9
Je kunt uitleggen hoe je ademhaling geregeld wordt
(en hoeveel lucht je in en uit ademt).

Slide 27 - Slide

Wat is de juiste prikkel voor het ademhalingscentrum om langzamer te gaan ademen?
A
Veel CO2 in het bloed
B
Weinig C02 in het bloed
C
Veel O2 in het bloed
D
Weinig O2 in het bloed

Slide 28 - Quiz

Iemand met astma heeft ontstoken longen. De wanden van de luchtwegen zijn daardoor verdikt. Er kan minder gas door en de longen doen dus minder goed aan gaswisseling. Leg uit hoe het komt dat een astma-patiënt die gaat rennen eerder hijgt dan iemand zonder astma. Gebruik daarbij de volgende begrippen: impulsen, zintuigcellen, ademcentrum (2p)

Slide 29 - Open question

Antwoord (2p)
1e punt:
Iemand met astma kan minder CO2 afgeven aan de longen (door minder gaswisseling). Zintuigcellen meten dat er meer CO2 (koolstofdioxide)  is.
2e punt:
Zintuigcellen sturen (door meer CO2) meer impulsen naar het ademcentrum waardoor ze sneller gaan ademen (hijgen). 

Slide 30 - Slide

Hoeveel punten denk je dat je voor de vorige vraag had?
A
0
B
1
C
2

Slide 31 - Quiz

Hoeveel liter lucht zit er na een rustige inademing in de longen?
(beantwoord op de volgende slide)

Slide 32 - Slide

Hoeveel liter lucht zit er na een rustige inademing in de longen?

Slide 33 - Open question

Maria ademt diep in. Daarna ademt ze diep uit. Hoeveel liter lucht heeft ze uitgeademd?
(beantwoord op de volgende slide)

Slide 34 - Slide

Maria ademt diep in. Daarna ademt ze diep uit. Hoeveel liter lucht heeft ze uitgeademd?

Slide 35 - Open question

Hoe noem je de maximale hoeveelheid lucht die je in 1 teug kan inademen?
A
Rustvolume
B
Restvolume
C
Vitale capaciteit
D
Totale logvolume

Slide 36 - Quiz

Hoe goed denk je dat je leerdoel 9 beheerst?

Je kunt uitleggen hoe je ademhaling geregeld wordt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Heb je nog vragen over 8.2?
(over de stof, de opdrachten uit je boek of deze lessonup)

Slide 38 - Open question

Wat ga jij nog doen om de leerdoelen van 8.2 beter onder de knie te krijgen?

Slide 39 - Open question