(Mavo2) 16-10-2024 (2e les van de week)

Startopdracht
Markeer alle werkwoorden in het blauw
markeer alle persoonlijke voornaamwoorden in het rood.

Ich spiele jeden Morgen Gitarre, weil es mich entspannt.
Du spielst lieber Klavier, weil du klassische Musik magst.
Er spielt oft Basketball mit seinen Freunden, während sie Fußball bevorzugt.
Am Wochenende spielen wir zusammen Volleyball am Strand.
Ihr spielt immer sehr gut als Team, besonders wenn ihr euch konzentriert.
Sie spielen gerne Karten, weil sie dabei immer viel Spaß haben.

timer
5:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startopdracht
Markeer alle werkwoorden in het blauw
markeer alle persoonlijke voornaamwoorden in het rood.

Ich spiele jeden Morgen Gitarre, weil es mich entspannt.
Du spielst lieber Klavier, weil du klassische Musik magst.
Er spielt oft Basketball mit seinen Freunden, während sie Fußball bevorzugt.
Am Wochenende spielen wir zusammen Volleyball am Strand.
Ihr spielt immer sehr gut als Team, besonders wenn ihr euch konzentriert.
Sie spielen gerne Karten, weil sie dabei immer viel Spaß haben.

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Guten Tag!
Was liegt auf dem Tisch?
X
X
das Buch
die Plenda
der Kugelschreiber
die Stempelkarte
der Laptop

Slide 2 - Slide

  • Wortschatz Test (10 min)
  • selbstständig Arbeiten (10 min)
  • Grammatik (10 min)
  • zusammen Arbeiten (10 min) 
  • Planen (5 min)
  • Feedback (5 min)

Slide 3 - Slide

Wortschatz Test
  • Je zit in toets opstelling
  • op je tafel ligt alleen een pen en papier
  • je kijkt op eigen blaadje

Slide 4 - Slide

Wortschatz Test Kapitel 2
NED
DUITS
1. de jongen
2. de oom
3. de zus
4. de tante
5. doen
6. jong
NED
DUITS
7. heel erg
8. niet
9. wonen
DUITS
NED
1. später
2. das Buch
3. heute
4.neu
5. jeden Tag
6. lustig
timer
8:00

Slide 5 - Slide


Individueel
  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.
  • ...
Gezamenlijk:
Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 4
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart!

Selbstständig
Arbeiten
Leg je opdrachten van woordenschat Kapitel 4 klaar ter controle!

Slide 9 - Slide

Weet je het nog?

Slide 10 - Slide

Grammatik
Werk in tafelgroepje:
  • pak je startopdracht terug
  • Wat zou de grammaticale regel hierachter kunnen zijn? Schrijf op
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide

timer
15:00
Zusammen
Arbeiten
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 4
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Planning
Kapitel 4
  • overhoring 1e kans is 1e les na de vakantie (2e kans de 2e les)
  • opdrachten van Kapitel 4 maken!

Slide 16 - Slide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke                                                     voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden                                                               haben en sein in de                                                              tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 17 - Slide

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Slide 18 - Open question

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat had je beter kunnen doen?

Slide 19 - Open question

Exitticket:
Hoeveel stempels heb je al?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 20 - Quiz

regelmatige werkwoorden vervoeging 
Ich 
Du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
stam + en 
stam + t
stam + e
stam + en 
stam + st
stam + t 

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Slide