Les 35 (12-03)

Cours du 4 mars
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Cours du 4 mars

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - être en avoir
  • Paragraphe H
    - Het bezittelijk voornaamwoord.
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Slide

Presentie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 


Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole
- ex. 24a, b, c
- ex. 25
- ex. 26a, d



Open je boek op p.120-123

Slide 5 - Slide

Herhalen
We gaan nu de volgende onderdelen herhalen:
- avoir en être

Slide 6 - Slide

Être en Avoir
We gaan nu de rijtjes van être en avoir herhalen. 

Maak de volgende sleepvraag:

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a

Slide 9 - Drag question

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est

Slide 10 - Drag question

De rijtjes naast elkaar

Slide 11 - Slide

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 12 - Mind map

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord.

Een bezittelijk voornaamwoord geeft altijd aan van wie iets is.

Kijk eens mee naar onderstaande zinnen:
1. Le stylo est bleu. C'est mon stylo.
2. La prof de gym est sympa. Heureusement, c'est ma prof.
3. Les copains sont gentils. Oui, ce sont mes copains.

Kijk eens naar de dikgedrukte woorden. Dit zijn voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden. Wat zou de regel kunnen zijn voor de vorm?
Kun je de Nederlandse vertaling al raden?

Slide 13 - Slide

Paragraaf H
Het bezittelijk voornaamwoord hangt de vorm altijd af van het geslacht en het getal  van het zelfstandig naamwoord. Dit geeft het volgende schema:


Slide 14 - Slide

Even oefenen
C'est ton stylo? Oui, c'est mon stylo. 
C'est ton livre? Oui, c'est mon livre.
C'est ta prof? Oui, c'est ma prof.
Ce sont tes copains? Oui, ce sont mes copains.

> Zoek alle vertalingen van 'mijn' en 'jouw' in bovenstaande zinnen.

Slide 15 - Slide

Let op!
Als een zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son. 

Julie est mon amie (v).
C'est mon histoire (v).

Slide 16 - Slide

Au travail!
Jullie gaan nu de volgende oefeningen maken:
- ex. 30c, d
- ex. 31a, b
- ex. 32a, b


Ben je klaar?
Laat dan je oefeningen zien en ga vervolgens slim stampen of wrts
doen op je telefoon. Uit je boek leren mag ook : Grammaire H
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Noem het rijtje van 'jouw'. 

Waarom zijn de vormen verschillend?


Slide 18 - Slide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:

- ex. 30c, d
- ex. 31a, b
- ex. 32a, b
- ex. 33a, b, c

Apprendre het bezittelijk voornaamwoord.

19 maart luistertoets leer hier dus voor. 

Slide 19 - Slide