This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4 De industriële revolutie
1750-1900
Slide 1 - Slide
Standensamenleving (Pre-1800)
Kapitalisme
Klassenmaatschappij
Rijken
Middenstand
Armen
Slide 2 - Slide
Veranderende gelaagdheid
Ondernemersklasse
Steeds meer fabrieken betekent steeds meer (rijke) fabriekseigenaren. Zij worden de belangrijkste groep in de samenleving: de gegoede burgerij
Middenklasse
In de steden moet ook veel werk gedaan worden door kleine bedrijven of mensen met een opleiding (winkeliers, onderwijzers, politie). Deze mensen verdienen prima, maar zijn minder rijk dan de gegoede burgerij. We noemen hen de middenklasse
Arbeidersklasse
Door de opkomst van de industrie werken steeds meer mensen in de fabrieken. Door verbeteringen (machines) in de landbouw is daar minder werk en gaan veel boeren in de stad werken als arbeiders
Slide 3 - Slide
Nederland in 1848
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.
Slide 5 - Slide
Vóór: De Fransen in Nederland
Patriotten zijn de baas. > Bataafse Republiek
Staatsgreep > Staatsgreep > Staatsgreep
Slide 6 - Slide
Napoleon
Bonaparte
1.68
Geen:
Wel:
Slide 7 - Slide
Het eeuwige Franse rijk (van 11 jaar)
Slide 8 - Slide
Het Koninkrijk der Nederlanden
Slide 9 - Slide
npokennis.nl
Slide 10 - Link
Het Koninkrijk der Nederlanden:
- Nederland
- België
- Luxemburg
Slide 11 - Slide
Stadhouder Willem V
Koning Willem 1
Slide 12 - Slide
0
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Lange uren, lange weken
Weinig loon:
iedereen moet werken
Veel gevaar, veel onzekerheid
Veel ziektes, lage levensverwachting
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Lees zelf:
De Liberalen
3 min
timer
3:00
Slide 17 - Slide
Wat is geen liberaal standpunt?
A
vrijheid van meningsuiting
B
vrijheid van ondernemen
C
vrijheid van stemrecht
D
vrijheid van godsdienst
Slide 18 - Quiz
Waarom waren de liberalen niet blij met de koning?
Slide 19 - Open question
0
Slide 20 - Video
Wat is censuskiesrecht?
Slide 21 - Open question
Noem nog één verandering in de grondwet van Thorbecke