Geluiden om ons heen

Wat zijn geluidsbronnen?
Geluidsbronnen zijn objecten die geluid produceren, zoals een telefoon of een instrument.
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat zijn geluidsbronnen?
Geluidsbronnen zijn objecten die geluid produceren, zoals een telefoon of een instrument.

Slide 1 - Slide

Beschrijf de definitie van geluidsbronnen en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van geluidsbronnen.
Geluiden om ons heen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je geluidsbronnen benoemen en weet je hoe geluid wordt overgebracht.

Slide 3 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over de geluiden om ons heen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Hoe wordt geluid overgebracht?
Geluid wordt overgebracht door trillingen in de lucht. Deze trillingen worden opgevangen door onze oren en omgezet in geluid.

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe geluid wordt overgebracht en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van situaties waarin geluid wordt overgebracht.
Hoe worden trillingen in geluid omgezet?
A
Door onze neus
B
Door onze oren
C
Door onze mond
D
Door onze ogen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt geluid overgebracht?
A
Door trillingen in de lucht
B
Door magnetisme
C
Door lichtgolven
D
Door elektriciteit

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tussenstof?
Een tussenstof is een medium waar geluid zich doorheen kan verplaatsen, zoals lucht, water of een vaste stof.

Slide 8 - Slide

Beschrijf de definitie van een tussenstof en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van verschillende tussenstoffen.
Hoe beïnvloeden tussenstoffen geluid?
Verschillende tussenstoffen beïnvloeden de manier waarop geluid zich voortplant. Zo verplaatst geluid zich sneller door vaste stoffen dan door lucht.

Slide 9 - Slide

Leg uit hoe tussenstoffen geluid beïnvloeden en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van situaties waarin tussenstoffen geluid beïnvloeden.
Wat hebben we geleerd?
We hebben geleerd over geluidsbronnen, hoe geluid wordt overgebracht, tussenstoffen, geluidsdemping, oorbescherming, geluidsoverlast en geluidscultuur.

Slide 10 - Slide

Herhaal wat er is geleerd in de les en vraag de leerlingen om eventuele vragen te stellen.
Wat is het verschil tussen geluidsvoortplanting door lucht en vaste stof?
A
Er is geen verschil in geluidsvoortplanting tussen lucht en vaste stof
B
Geluid verplaatst zich sneller door lucht dan door vaste stoffen
C
Geluid verplaatst zich sneller door vaste stoffen dan door lucht
D
Geluid verplaatst zich precies even snel door lucht en vaste stof

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tussenstof?
A
Een medium waar geluid zich doorheen kan verplaatsen
B
Een stof die tussen twee andere stoffen zit
C
Een stof die geluid absorbeert
D
Een stof die geluid reflecteert

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Quiz
Test je kennis over geluid met deze quiz!

Slide 13 - Slide

Gebruik deze slide om een quiz te geven over de lesinhoud.
Welk van onderstaande voorwerpen is geen geluidsbron?
A
Een fietsbel
B
Een oor
C
Een ringtone van je telefoon
D
De stem van de docent

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een geluidsbron:
A
Is een stof waardoor geluid zich verplaatst
B
Vangt trillingen van de lucht op
C
Zet trillende lucht om in geluid
D
veroorzaakt trillingen in de lucht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Erik zegt: “Een luidspreker is een geluidsbron.”
Wim zegt: “Een kettingzaag is ook een geluidsbron.”

Wie heeft er gelijk?
A
Geen van beide heeft gelijk
B
Alleen Erik heeft gelijk
C
Alleen Wim heeft gelijk
D
Zowel Wim als Erik hebben gelijk

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Maken de volgende opdrachten.
Hoofdstuk 7 par. 1 opdrachten 1 t/m 12

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.