v5 12.5 Reageren met hormonen

12.5 Reageren
met behulp van hormonen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

12.5 Reageren
met behulp van hormonen

Slide 1 - Slide

(naar) binnen =
(naar) buiten =
gelijk blijven =
afgeven =
toestand = 
temperatuur =
andere = 
homo(ios)
endo
crien
exo
stasis
therm
hetero

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Video

Sleep de hormonen op de juiste plek
FSH and LH
testosteron
groeihormoon
oxytocine
oestrogenen
thyroxine
antidiuretisch hormoon
TSH

Slide 4 - Drag question

leerdoelen:
Je leert hoe je lichaam hormonen gebruikt om te reageren op veranderingen in de omgeving, aan de hand van enkele voorbeelden (heb je binas bij de hand)
  1. reactie op kou (bron 18 / binas 89C)
  2. reactie op watertekort (bron 19 / binas 85D)
  3. reactie op energietekort
  4. reactie op zuurstofgebrek

Slide 5 - Slide

Sleep de organen naar de juiste plek, evt met binas 89A
orgaan 1
orgaan 2
orgaan 2
Hypothalamus
Hypofyse
Doelwitorgaan

Slide 6 - Drag question

De hypothalamus produceert...
(blauwe pijl), gebruik je binas
A
Releasing hormonen (RH)
B
Inhibiting hormonen (IH)
C
Zowel RH als IH
D
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

Schildklierhormonen
binas 89A
De schildklier zit
  • in de hals, tegen je strottenhoofd aan
  • maakt o.i.v. TSH uit de hypofyse verschillende schildklierhormonen
  • bevat jodium (krop bij tekort)
  • jodiumpillen bij fall out 

functie is het stimuleren dissimilatie; invloed op metabolisme en groei


Slide 8 - Slide

de reactie op kou
zie je in de TSH-regelkring
(bron 18 en binas 89C)
(Zintuigelijke) prikkel uit het externe milieu

Slide 9 - Slide

Hoe noemen we het fenomeen dat een hormoon zijn eigen aanmaak remt?

Slide 10 - Open question

Dorst en hoge bloeddruk
Osmoregulatie = is de actieve regeling van de osmotische waarde (osmotische druk) van de vloeistoffen van een organisme om (een) homeostase te behouden van de watermassa.

binas 85D = bron 19 blz 146

Slide 11 - Slide

Waardoor reageren alleen doelwitcellen op hormonen en niet alle andere cellen ook?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Osmoregulatie,
in bron 19, binas 85D

Slide 15 - Slide

Een bloeddonor doneert 0,5L volbloed, dat leidt tot veranderingen als:
1. daling van de bloeddruk
2. vermindering van het aantal rode bloedcellen per mm3 bloed
3. verhoging van de waterresorptie in de nieren
4. verhoging van de afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH)
In welke volgorde treden deze veranderingen op?
A
1 - 2 - 4 - 3
B
2 - 1 - 4 - 3
C
1 - 4 - 3 - 2
D
2 - 4 - 3 - 1

Slide 16 - Quiz

Het hormoon ADH wordt gemaakt in de hypothalamus en aan het bloed afgegeven in de hypofyse.

Door welk proces komt dit hormoon vanuit de hypofyse in het bloed terecht?
A
door actief transport
B
door osmose
C
door terugresorptie
D
door ultrafiltratie

Slide 17 - Quiz

ADH werkt in op cellen die dit hormoon kunnen herkennen met behulp van zogenoemde ADH-receptoren.

Waar bevinden zich deze ADH-receptoren voornamelijk?
A
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierader
B
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierkanaaltjes
C
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierkapsels
D
op het celmembraan van cellen in de wand van de nierslagader

Slide 18 - Quiz

hormoon-producent:
[hypofyse]
follikel
gele lichaam
embryo
placenta
hormonen:
FSH
LH
Oestrogeen
Progesteron
HCG
doelwitorgaan:
eierstok
baarmoeder-slijmvlies

placenta

Binas:
86C, 86E en 89A

Slide 19 - Slide

+
+
+
+
+
+
+
_
_
_
FSH
LH
HCG
(rijpende)
follikel
gele lichaam
(corpus luteum)
placenta
eierstok (ovarium)
baarmoederslijmvlies
embryo
progesteron
oestrogeen

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

spijsvertering
gastrine stimuleert maagsapproductie wanneer er voedsel in de maag komt

secretine twaalfvingerige darm stimuleert galproductie en stijging pH

CCK stimuleert galproductie en secretie enzymen alvleesklier

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide