7. Hacer una cita (tarea 4)

Hoy en la clase de español
  • Las evaluaciones
  • Controlar los deberes
  • Tarea de escritura 
  • Hacer una cita
  • Los deberes
Leerdoel: Ik kan een afspraak maken om iets te gaan doen in mijn vrije tijd.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoy en la clase de español
  • Las evaluaciones
  • Controlar los deberes
  • Tarea de escritura 
  • Hacer una cita
  • Los deberes
Leerdoel: Ik kan een afspraak maken om iets te gaan doen in mijn vrije tijd.

Slide 1 - Slide

La evaluación
  • deporte is geen werkwoord, sporten = hacer deporte.
  • veinte = 20, veintiuno, veintidos, veintitres etc.
  • accenten bij vosotros - áis, éis, ís
  • Un tenedor = él / ella usted
      ding enkelvoud = él / ella / usted
                 meervoud = ellos / ellas / ustedes
  • Leer goed welke klinkerwisseling bij de werkwoorden hoort.

Slide 2 - Slide

Los deberes: Tarea de escritura

De opdracht: 
Schrijf een brief waarin je vertelt hoe jouw dag eruit ziet. 
Vertel wat je 's morgens, 's middags en 's avonds doet. Vermeld de tijdstippen erbij. 
Benoem ook een activiteit die je met je vrienden doet. Vergeet niet de werkwoorden te vervoegen.

Gebruik geen google translate. Dit voorkom je door korte zinnen te
schrijven. Ook maak je gebruik van de woordenschat uit de woordenlijst.






Querido/querida (naam): 
¿Cómo estás? Yo muy bien.
...................................................
...................................................
...................................................

Un saludo,
(naam)
Je neemt het huiswerk op een los blaadje 
(getypt of geschreven) mee naar de volgende les!
martes el quince de febrero / dinsdag 15 februari 

Slide 3 - Slide

¡A controlar! 
  • Spelling (gebruik eventueel je woordenlijst) 
  • Interpunctie (hoofdletters, alinea's, leestekens)
  • Zijn de werkwoorden (juist) vervoegd? 
  • Zijn de kloktijden juist beschreven? 
  • Worden son las / a las juist gebruikt? 
  • Worden por la / de la juist gebruikt?
  • Heb jij nog andere tips?
Son las 2 (het is twee uur)
A las 2 (om twee uur)
Por la mañana desayuno (zonder kloktijd)
Desayuno a las siete de la mañana (met kloktijd)

Slide 4 - Slide

Tarea 4
Aan het eind van tarea 4 kan ik een afspraak maken om iets te gaan doen in mijn vrije tijd.

Slide 5 - Slide

Vamos a leer el diálogo juntos
Welke uitspraakregels ken je nog?
hacer
mañana
jueves
sábado
viernes

Slide 6 - Slide

La pronunciación
  • Spreek de klinkers (a / e / o) kort uit
  • de j spreek je uit als een g
  • de v spreek je uit als een b
  • de u spreek je uit als een oe
  • de i spreek je uit als een ie 
  • twee keer een L spreek je uit als een j 
  • De ñ spreek je uit als een nj (España [espanja])
  • De klinkers spreek je los van elkaar uit ie-oe-eu (Reus [re-oes])
  • De H spreek je niet uit, maar schrijf je wel op (Hola [ola])

Slide 7 - Slide

página sesenta y cinco

Slide 8 - Slide

Daniël 

Lucía 

Andrés 

Candela


Slide 9 - Slide

Rellena la lista de vocabulario

Slide 10 - Slide

4.1 hacer una cita
heel laat
snel
aankomen
dat is waar
Om hoe laat spreken we af?
Waar spreken we af?
geweldig

Slide 11 - Slide

Unas preguntas
1. Welke wederkerende werkwoorden zie je in de tekst? 
2. Hoe herken je de wederkerende werkwoorden? 
3. Welke kloktijden zie je in de tekst? 
2. Wat houdt 'a las' in?

Maak nu de bijbehorende opdrachten op de volgende dia.
Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Slide 12 - Slide

3. ¿A quién corresponden las informaciónes de abajo?           p.65
Over wie gaat onderstaande informatie? 
Verbind.

Slide 13 - Slide

3. ¿A quién corresponden las informaciónes de abajo?
Over wie gaat onderstaande informatie? 
Verbind.
Lucía
Andrés
Andrés
La madre de Candela
Daniel
1
2
3
4
5
6

Slide 14 - Slide

Je gaat een afspraak maken om een van de volgende activiteiten te gaan doen.
Vul eerst de woordenlijst verder in. 

Slide 15 - Slide

Je gaat een afspraak maken om een van de volgende activiteiten te gaan doen.
Vul eerst de woordenlijst verder in. 
televisie kijken
naar een concert gaan
voetballen
spelen met de playstation 

Slide 16 - Slide

08:30 estudiar español
19:00 jugar al fútbol
15:15 tomar unas tapas
13:30 ir a un concierto
18:45 tocar el piano
15:10 hacer los deberes
22:30 ver una película
Hiernaast vind je de agenda van Pablo 

Vertel wat Pablo deze week allemaal doet. 
Noteer de antwoorden in je schrift.

Por ejemplo: 
El lunes a las tres y cuarto de la tarde Pablo toma unas tapas.
dagindeling Spanje
tot 14:00 / 15:00 = ochtend
tot 21:00 / 22:00 = middag
Later is het avond.

Slide 17 - Slide

08:30 estudiar español
19:00 jugar al fútbol
15:15 tomar unas tapas
13:30 ir a un concierto
18:45 tocar el piano
15:10 hacer los deberes
22:30 ver una película
1. El lunes a las tres y cuarto de la tarde Pablo toma unas tapas. 
2. El martes a las ocho y media de la mañana Pablo estudia español. 
3. El miércoles a las siete menos cuarto de la tarde Pablo toca el piano. 
4. El jueves a las siete (en punto) de la tarde Pablo juega al fútbol. 
5. El viernes a las tres y diez de la tarde Pablo hace los deberes.
6.  El sábado a la una y media de la mañana Pablo va a un concierto. 
7. Dominog a las diez y media de la noche Pablo ve una película. 

Slide 18 - Slide

Vamos a hablar español
hulp
Gebruik eventueel woordenlijst 1.3 en 3.1

Slide 19 - Slide

Unas preguntas
1. ¿Cuándo juegas en la playstation? 
2. ¿Cuándo juegas al futból? 
3. ¿Cuándo haces los deberes? 
4. ¿Cuándo ves la tele(vision)?
5. ¿Haces deporte? ¿Qué deporte? ¿Cuándo juegas al ... ?
6. ¿Cuándo estudias español? 
7. ¿Cuándo sales con tus amigos?

Slide 20 - Slide

Het hele werkwoord voor "afspreken" is:
A
quedar
B
queder
C
quedir

Slide 21 - Quiz

Wij spreken donderdag af.
A
Quedáis el jueves.
B
Quedamos el jueves.
C
Quedáis el viernes.
D
Quedamos el viernes.

Slide 22 - Quiz

Los deberes

Hacer: 

Huiswerk LessonUp les - repaso tarea 2

Estudiar: 
Woordenlijst 4.1 hacer una cita 
martes el veintidos de febrero

Slide 23 - Slide