4d1 schrijven taak 1

Wat gaan we doen?
  • Studiemeter geactiveerd?
  • Schrijven taak 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Studiemeter geactiveerd?
  • Schrijven taak 1

Slide 1 - Slide

Doelgericht schrijven
Je schrijft een tekst altijd met een bepaald schrijfdoel. Je wilt:
  • informeren;
  • instrueren;
  • overtuigen.

Slide 2 - Slide

Afstemmen op de doelgroep
  • Formeel
  • Informeel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Afstemmen op de doelgroep
  • Voorkennis is kennis die iemand al heeft over een onderwerp. 
  • Als de doelgroep weinig voorkennis heeft over het onderwerp moet je voldoende uitleg geven en je woordgebruik aanpassen aan je doelgroep. Woorden die alleen binnen het onderwerp worden gebruikt, zoals vaktermen, vermijd je of leg je uit.

Slide 6 - Slide

Voorkennis
  • In je e-mail vermijd je de woorden ‘smartphone’ en ‘app’. In plaats daarvan gebruik je ‘telefoon’ en ‘programmaatje’. Het woord ‘taggen’ leg je uit.

Slide 7 - Slide

Voorkennis
  • In je bericht hoef je woorden als
    ‘Adobe’, ‘gedownload’,
    ‘photoshoppen’, ‘uploaden’ en
    ‘retweet’ niet te vermijden of uit
    te leggen.

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Opdracht 2 t/m 6.

Slide 9 - Slide

Zakelijke brief  voorbereiden
  • Je schrijft een zakelijke brief aan een persoon of instantie als je informatie wilt vragen of geven, een klacht wilt uiten, bezwaar wilt maken of een verzoek wilt indienen.


  • Voordat je een zakelijke brief schrijft, bereid je de inhoud voor aan de hand van een aantal vragen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Anna gaat op vakantie naar Barcelona. Op de luchthaven in Barcelona blijkt dat haar koffer zoek is. Een medewerker van de luchtvaartmaatschappij belooft dat ze de koffer zal opsporen en naar Anna's hotel zal sturen. Om toch vakantie te kunnen vieren, koopt Anna nieuwe kleren en verzorgingsproducten. Anna ontvangt de koffer pas na vijf dagen. Ze besluit een e-mail naar de luchtvaartmaatschappij te schrijven om de kosten voor de gekochte spullen terug te vragen. 

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
1. Aan wie schrijf je de brief?

  • Ik schrijf de brief aan een medewerker van de luchtvaartmaatschappij.
  • De medewerker weet niks over mij, maar hij kan waarschijnlijk wel zien dat mijn koffer kwijtraakte.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
2. Wat wil je bereiken met de brief?
  • Ik wil graag de gemaakte kosten terugkrijgen.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
3. Welke informatie moet je geven om je doel te bereiken?
  • Ik heb met AirFly gevlogen en mijn koffer raakte zoek.
  • Ik heb mijn bagage pas vijf dagen laten ontvangen en ik heb voor die dagen kleding en verzorgingsspullen moeten kopen.
  • Ik wil de gemaakte kosten vergoed hebben.
  • Ik moet mijn rekeningnummer en vluchtnummer doorgeven en de bonnetjes in de bijlage doen.




Slide 15 - Slide

Aan de slag
  • Schrijven taak 2: opdracht 3

Vorige les > schrijven taak 1: opdracht 2 t/m 6

Slide 16 - Slide

Opbouw
  • Inleiding: wie ben je en waarom schrijf je
  • Middenstuk: informatie/boodschap/vragen
  • Slot: verwachting
  • Slotzin: je  bedankt de ontvanger, je schrijft dat je een reactie verwacht of dat je hoopt dat je voldoende informatie hebt gegeven.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan de slag
  • Schrijven taak 2: opdracht 3, 5 en 6

Vorige les > schrijven taak 1: opdracht 2 t/m 6

Slide 21 - Slide

opdracht 5 maken op 4 okt
opdracht 3,5 en . Nu nog eindopdracht opdracht 6
inleveren via teams
op 18 okt eindopdracht gemaakt. na vakantie taalverzorging

Slide 22 - Slide