H29

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 1, blz. 118
  1. a vervul, zal
  2. b kan, gun
  3. c wil, tilt
  4. d heeft, wegebt
  5. e mag, krijg
  6. f bent, rent 

Slide 21 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 2a, blz. 119
  • a ik / jij achter de persoonsvorm: hele werkwoord - en
  • jij / hij / zij / het: hele werkwoord - en + t
  • wij / jullie / zij: hele werkwoord

Slide 22 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 2b, blz. 119
  1. a Bij het onregelmatige werkwoord verandert de klank.
  2. b Bij het onregelmatige werkwoord verandert de klank.
  3. c Het onregelmatige werkwoord krijgt geen t op het eind.
  4. d Bij het onregelmatige werkwoord wordt de klinker langer en verandert er een medeklinker.
  5. e Bij het onregelmatige werkwoord verandert de klank.
  6. f Bij het onregelmatige werkwoord is de je-vorm niet af te leiden van het hele werkwoord.

Slide 23 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 3, blz. 119
  • Wanneer je een werkwoord in de verleden tijd zet, weet je of het een sterk of zwak werkwoord is. Bij sterke werkwoorden verandert de klank, bij zwakke werkwoorden blijft de klank hetzelfde.

Slide 24 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 4, blz. 119
  • a bezochten (s)
  • b mochten (o)
  • c toonden (z)
  • d pasten (z)
  • e namen (s)
  • f waren (o)
  • g was (o)
  • h aanmoedigden (z)
  • i konden (o)
  • j ging (s)

Slide 25 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 5, blz. 119
Bijvoorbeeld:
  • - Wij wilden naar de film, maar de bioscoop zat al vol.
  • - Ze wouden niet naar school, want ze hadden een toets.

Slide 26 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 8, blz. 121
tegenwoordige tijd:
  • ik shine
  • jij / hij / zij / het shinet
  • wij / jullie / zij shinen
  • voltooid deelwoord geshined
  • onvoltooid deelwoord shinend

Slide 27 - Slide

Huiswerk H29: Vervolg opdracht 8, blz. 121
verleden tijd:
  • ik / jij / hij / zij / het shinede
  • wij / jullie / zij shineden
  • b Ze worden gespeld als zwakke werkwoorden, omdat hun klank niet verandert in de verleden tijd.

Slide 28 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 9, blz. 121
  • a gegoogeld
  • b gebasht
  • c gepodcast
  • d gestreamd
  • e freestylet
  • f battelt
  • g partyde
  • h beatboxend

Slide 29 - Slide

Huiswerk H29: Vervolg opdracht 9, blz. 121
  • i rappend
  • j focuste
  • k gehugd
  • l powerwalkte
  • m gegrooved
  • n bouncete
  • o gepartycrasht
  • p quitten

Slide 30 - Slide

Huiswerk H29: Opdracht 10, blz. 121
  • a ‘Deletete’ is goed gespeld, omdat de ik-vorm ‘delete’ is en er bij de verleden tijd -te bijkomt.‘Downloade’ is niet goed gespeld, omdat de ik-vorm ‘download’ is en er bij de verleden tijd -de bij moet.
  • b ‘Gerelaxt’ is goed gespeld, omdat de ik-vorm ‘relax’ is en de x in het ’t sexy fokschaapje zit. ‘Gesnoozet’ is fout gespeld, omdat de ik-vorm ‘snooze’ is en de z niet in het ’t sexy fokschaapje zit (het voltooid deelwoord krijgt dus een d).

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide