What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engels week 14 les 2 klas 1A
Verder werken aan All Right MAX! Unit 5 Lesson 2 en Lesson 3
Luisteroefeningen Lesson 2 en Lesson 3
Verder werken aan All Right MAX! Unit 5 Lesson 2 en Lesson 3
Hoe werkt de vergrotende trap in het Engels?
Engels les 2
week 14:
30 maart - 3 april
Maken Lesson 3
BK: blz. 166-169 opdr. 1, 2, 4
KGT: blz. 174-177 opdr. 1, 2, 4 en 5 (zonder pair work, alleen onderdeel a)
Ging het goed?
Leren woordjes Lesson 2
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verder werken aan All Right MAX! Unit 5 Lesson 2 en Lesson 3
Luisteroefeningen Lesson 2 en Lesson 3
Verder werken aan All Right MAX! Unit 5 Lesson 2 en Lesson 3
Hoe werkt de vergrotende trap in het Engels?
Engels les 2
week 14:
30 maart - 3 april
Maken Lesson 3
BK: blz. 166-169 opdr. 1, 2, 4
KGT: blz. 174-177 opdr. 1, 2, 4 en 5 (zonder pair work, alleen onderdeel a)
Ging het goed?
Leren woordjes Lesson 2
Slide 1 - Slide
Vergelijkingen: personen of dingen
Achter het bijvoeglijk naamwoord komt
-er
of
-est
in het Engels
Wat is ook alweer een bijvoeglijk naamwoord?
Het zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld
mooi, dik, oud of groen
Slide 2 - Slide
Vergelijkingen: personen of dingen
Example: My house is
big
ger
than your house. Your house is
the big
gest
on this street.
Other examples:
short - short
er
- short
est
Slide 3 - Slide
Vergelijkingen: personen of dingen
Let op:
als het bijvoegelijk naamwoord eindigt op
y
dan komt er
-ier
of
- iest
achter en verandert de
-y
in
-ie
Example:
pretty- prett
ier
- prett
iest
Slide 4 - Slide
1. Biology is - easy - than - chemistry - .
Schrijf de hele zin op.
Slide 5 - Open question
2. Jenny is - intelligent - pupil of our class - .
Schrijf de hele zin op.
Slide 6 - Open question
3. This clown is - funny - than - that clown - .
Schrijf de hele zin op.
Slide 7 - Open question
Aan het werk!
Maken Lesson 3
BK
: blz. 166-169 opdr. 1, 2, 4
KGT
: blz. 174-177 opdr. 1, 2, 4 en 5 (zonder pair work, alleen onderdeel a)
Slide 8 - Slide
Achter een woord zet ik het volgende om vergelijkingen te maken:
A
-r, -st
B
-es, -est
C
-er, -est
D
-r, -est
Slide 9 - Quiz
I am .............. than you in English
A
bettest
B
better
Slide 10 - Quiz
My father is ......... of the family
A
heavier
B
the heaviest
C
heavyer
D
the heavyest
Slide 11 - Quiz
Miss World is ........... girl in the world
A
prettyer
B
the prettyest
C
prettier
D
the prettiest
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
Journal Club 2 / Beschrijvende statistiek
October 2023
- Lesson with
37 slides
Wetenschap
HBO
Studiejaar 1
Engels week 14 les 1 klas 1A
March 2020
- Lesson with
13 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Recensies lezen en schrijven
March 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
M3C_Unit4_lesson 2_1
October 2020
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Actaeon 168-182
September 2019
- Lesson with
35 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Bijvoeglijke naamwoorden: les 4 (klas 3C)
February 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Comparisons
January 2021
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Comparisons
1 day ago
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1