Rekenen, P6, les 7

Rekenen, P6, les 7
welkom bij de rekenles
I.v.m. examens zijn er lesdagen uitgevallen.



1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Rekenen, P6, les 7
welkom bij de rekenles
I.v.m. examens zijn er lesdagen uitgevallen.



Slide 1 - Slide

voorbereiding door de docent
scores van de groepen meenemen





3R1A  zoveel mogelijk flessen en litermaten vullen t.b.v. referentiemaat emmer


Slide 2 - Slide

Hoe nu verder?
- De herkansingen zijn in periode 7 en 8.

- We werken in de les aan verschillende rekendomeinen. >>>

- Jullie moeten als huiswerk heel veel oefenen.
Daarvoor zullen jullie een licentie van NU Rekenen online moeten kopen.  >>>

Slide 3 - Slide





- Jullie moeten als huiswerk heel veel oefenen.
Daarvoor zullen jullie een licentie van NU Rekenen online moeten kopen. . 
Tip: Heel veel opleidingen werken met dit programma.

Slide 4 - Slide

P6 rekenen, lessen
- Als je een 6 of hoger voor rekenen hebt, vervalt de rekenles voor jou.
- Als je een 5 voor rekenen hebt, en je bereikt bij Nederlands een eindscore van 6 of hoger, dan vervalt de rekenles voor jou.

- Het herkansingsprogramma gaat er zo uitzien.
eerste ronde   domein 1 en 5 
examens waarschijnlijk eindseptember of begin oktober 2024
tweede ronde  domein 3 en 4; derde ronde    domein 2

Slide 5 - Slide

Laptop
Besturingssystemen die niet meer werken vanaf de zomervakantie 2024

-Een Windows laptop met een ouder besturingssysteem dan Windows 10 of 11. Dus géén XP, Windows 98, Windows 7 en 8.
-Een Apple Macbook met een besturingssysteem ouder dan 2014.

Weet je niet of jouw laptop krachtig genoeg is, ga het dan vragen bij de ICT-balie.

Slide 6 - Slide

nieuwe regel
Het is verplicht om ook in de berekeningen telkens alle eenheden te noteren.

voorbeelden
  • 2 cm x 3 cm = 6 cm2   (en niet 2 x 3 = 6 cm2)
  • 3 dm x4 dm x10 dm= 120 dm 3 (en niet 3x4x10= 120 dm3)
  • 5 tassen x € 4,50 = € 22,50 (en niet 5 x 4,5 = € 22,50 )


Slide 7 - Slide

oefenen met woordformules en reken-regels
Een zwembad heeft een zomervakantie-aanbieding.
Je kunt een strippenkaart kopen met een aantal keer zwemmen.
kosten per 'bad' = € 4,50

zomerzwemmen = € 10,00 + aantal baden x prijs
Wat komt eerst, vermenigvuldigen of optellen?
Wat betaal je voor 8 keer zwemmen?
Wat is die € 10,00 ?

Slide 8 - Slide

oefenen met woordformules en reken-regels
Een zwembad heeft een zomervakantie-aanbieding.
Je kunt een strippenkaart kopen met een aantal keer zwemmen.
kosten per 'bad' = € 4,50
zomerzwemmen = € 10,00 + aantal baden x prijs
Wat komt eerst, vermenigvuldigen of optellen? keer
Wat betaal je voor 8 keer zwemmen? 
€ 10,00 + (8x € 4,50) = € 46,00
Wat is die € 10,00 ? administratiekosten, starttarief

Slide 9 - Slide

huiswerk voor de volgende les
- Koop de licentie voor NU Rekenen 
- Herhaal de les en de opgaven van kwantitatieve informatie
(Wie neemt ze mee voor de afwezige klasgenoten?)
Tips:
-Deze opdrachten helpen je bij de voorbereiding op de herkansing van het rekenexamen.
-De volgende les wordt veel zinvoller als je de opdrachten thuis herhaald hebt.

Slide 10 - Slide

rekenen in het weerbericht voor Nederland
Je leest op zondagmiddag deze tekst.




- komende nacht                   - aan het einde van de nacht
- noorden en oosten              - uit het zuidoosten
- zuidwesten                         - de minimumtemperatuur
- rond                                  - het vriespunt  



                                           - dicht bij het vriespunt


Slide 11 - Slide

de woordenschat
komende nacht                  - de nacht na deze middag
aan het einde van de nacht - vanaf ongeveer 04:00 uur
noorden en oosten  
uit het zuidoosten
zuidwesten 
de minimumtemperatuur    - de laagste temp.
rond                                 - ongeveer 3 graden Celsius
het vriespunt                     - 0      (water wordt ijs)

Slide 12 - Slide

inhoud
Welke twee systemen van inhoudsmaten hebben we?

Slide 13 - Slide

inhoud
Welke twee systemen van inhoudsmaten hebben we?
1 cm3 = 1 ml                               1 dm3 = 1 liter

Slide 14 - Slide

de referentiemaat
Hoeveel liter kan er in een grote emmer?

- De groep gaat de inhoudsmaten noteren.
- Twee personen gaan de emmer vullen.
- Pak om de beurt een ding met water.
- Lees de inhoud af voordat je het ding leeggiet in de emmer. 
De andere studenten schrijven de inhoud op met de maat.
- Als de emmer vol is, dan worden alle maten bij elkaar opgeteld. Kan dat, of moet je eerst de maten gelijk maken?
- Referentiemaat: een grote emmer is ongeveer ...... liter.

Slide 15 - Slide

de referentiemaat
Hoeveel liter kan er in een grote emmer?

- De groep gaat de inhoudsmaten noteren.
- Twee personen gaan de emmer vullen.
- Pak om de beurt een ding met water.
- Lees de inhoud af voordat je het ding leeggiet in de emmer. 
De andere studenten schrijven de inhoud op met de maat.
- Als de emmer vol is, dan worden alle maten bij elkaar opgeteld. Kan dat, of moet je eerst de maten gelijk maken?
- Referentiemaat: een grote emmer is ongeveer ...10... liter.

Slide 16 - Slide

Koppel de maten aan
een verpakking die je kent.
5-7 ml - de kers

22-27 ml - .....

45-60 ml - ......

80-150 ml - een groot ei

Slide 17 - Slide

rekenen met tijd
Hoelang is dit museum
open op donderdag?

Slide 18 - Slide

werken in het domein 'kwantitatieve informatie'
- afmaken H.16 Lijndigrammen

- beginnen aan H.17 Grafische informatie

Slide 19 - Slide

gezamenlijke afsluiting
Hebben jullie goed kunnen werken?

Slide 20 - Slide