BSR 27/2 2t spelling §9 en §10

Open je boek alvast op blz 228-229.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§9 Herhaling leerjaar 1
§10 Engelse werkwoorden
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
2:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Open je boek alvast op blz 228-229.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§9 Herhaling leerjaar 1
§10 Engelse werkwoorden
Voordat we beginnen:
WELKOM 2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
2:00

Slide 1 - Slide

1. Verder met Cursus 7: Spelling.
2. Klassikale uitleg cursus 7
paragraaf 9 en 10.
3. Oefenen in LessonUp.
4. Opdrachten paragraaf 9 en 10.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Slide

  • Je hebt de stof van spelling leerjaar 1 herhaald en hiermee geoefend.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 5 - Slide

'Ik weet hoe ik de persoonsvorm in een zin kan vinden.'
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 7 - Open question

Waaraan herken je een voltooid deelwoord? Noem ook een voorbeeld.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Noteer de persoonsvorm in de juiste tijd.

De politieagent ... (ontdekken, v.t.) een lichaam in de kelder.

Slide 10 - Open question

Noteer de persoonsvorm in de juiste tijd.

Mijn broer ... (lopen, v.t.) na zijn ongeluk op krukken.

Slide 11 - Open question

Noteer de persoonsvorm in de juiste tijd.

... (blijven, t.t.) jij nog even zitten aan het einde van de les?

Slide 12 - Open question

Sterke werkwoorden
Zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden zijn niet sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden


Slide 13 - Slide

In welke tijd staat de zin?
1) Kijk naar de tijd waarin de zin staat. Dit kun je zien aan woorden als vroeger, morgen, vorig jaar etc. 
Bepaal of je met de tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.) te maken hebt.

Slide 14 - Slide

Is het werkwoord een persoonsvorm, voltooid deelwoord of
het hele werkwoord?
2) De volgende stap is het vinden van
de persoonsvorm. Dat doe je door de tijd van de zin aan te passen. Het werkwoord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Je kunt ook de vraagproef gebruiken, maar deze is minder betrouwbaar. Is het werkwoord geen persoonsvorm, dan is het een voltooid deelwoord of het hele werkwoord.

Slide 15 - Slide

Stefan heeft contact *opgenomen*
met de filiaalmanager van de supermarkt.
A
persoonsvorm (pv)
B
voltooid deelwoord (vd)
C
hele werkwoord (hele ww)

Slide 16 - Quiz

Mijn vriendin *gaat* binnenkort een marathon lopen.
A
persoonsvorm (pv)
B
voltooid deelwoord (vd)
C
hele werkwoord (hele ww)

Slide 17 - Quiz

Zul je morgen je ov-kaart niet *vergeten* voor de excursie?
A
persoonsvorm (pv)
B
voltooid deelwoord (vd)
C
hele werkwoord (hele ww)

Slide 18 - Quiz

Wie voert het werkwoord uit?
3) Na het bepalen van de tijd en de werkwoordsvorm zoek je het onderwerp. Het onderwerp vind je door antwoord te geven op de vraag 'Wie of wat + persoonsvorm?'  Zo weet je of je de ik-vorm, hij/zij-vorm of wij-vorm moet gebruiken.

Slide 19 - Slide

Daniëls oom ... (hebben) veel
... (verdienen) met de handel in bitcoins.

Slide 20 - Open question

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse woorden, en dat ziet er soms gek uit. 




Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Engelse werkwoorden
  • De ik-vorm t.t. van een Engels werkwoord schrijf je meestal door -en van het werkwoord af te halen. Let op bij het woord timen:
speechen-speech, rugby-rugbyen, timen-time.
  • Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker. Let op bij het woord paintball:
flossen-flos, focussen-focus, paintballen-paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak, je kunt in de verleden tijd dus 't ex kofschip gebruiken.






Zo spel je




Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Vroeger ... (posten, vt) ik nog wel eens iets op Instagram, maar dat doe ik nu niet meer.
A
poste
B
postte
C
posten
D
postten

Slide 25 - Quiz

Laatst checkte ... (checken - vt) ik toch mijn Insta even.
A
checkte
B
checktte
C
checkten
D
checktten

Slide 26 - Quiz

Mijn moeder had me namelijk in haar story ... (mentionen).
A
mentiont
B
mentiond
C
gementiont
D
gementiond

Slide 27 - Quiz

Wat?
Cursus 7 Spelling §9: Herhaling leerjaar 1.
Opdracht 1 t/m 6 (digitale paragraaf.)
Cursus 7 Spelling §10: Engelse werkwoorden.
Opdracht 1 en 2 (blz. 240-241).
Hoe?
Noteer alle antwoorden in je schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de theorie in je boek.
Tijd
Vijftien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met Engelse (leen)werkwoorden.
Klaar?
Lees alvast de theorie van §11 of  samenvatting van de groene blokjes theorie.
Huiswerk voor de volgende les
timer
12:00

Slide 28 - Slide

  • Je hebt de stof van spelling leerjaar 1 herhaald en hiermee geoefend.
  • Je weet hoe je Engelse werkwoorden correct spelt.
Lesdoelen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Vul de juiste spelling van de werkwoord in:
De door Marcel ... (maken) grappen worden door Gijs ... (noteren).

Slide 31 - Open question

Vul de juiste spelling van de werkwoord in:
In de bioscoop speelde een film met veel ... (crashen) en ... (tunen) auto's.

Slide 32 - Open question

Tijdens het schoolreisje ... (slenteren) Jesper ... (mopperen) achter de rest van zijn klasgenoten aan, terwijl de ... (inspireren) gids ... (vertellen) over de geschiedenis van het gebouw.

Slide 33 - Open question

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
2ta: qjffs
2tb: sgmrx
2tc: dqymz

Slide 34 - Slide

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

is
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 35 - Quiz

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

schaatsend
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 36 - Quiz

Timo is afgelopen winter schaatsend
van Belt-Schutsloot naar Giethoorn gegaan.

gegaan
A
pvtt
B
pvvt
C
od
D
vd

Slide 37 - Quiz