What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het bijvoegelijk naamwoord
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
- Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en wat het doet in het Nederlands maar ook in het Frans
- Ik kan het bijvoeglijk naamwoord aanpassen aan het onderwerp waar het bij staat
- Ik kan de onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord goed toepassen
Slide 2 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Voorbeelden:
Il a un chat
gris
Ma mère a cinq chats
gris
L'éléphant est
gros
les éléphants sont
gros
Slide 14 - Slide
Mon
chat est
rouge
Ma
chambre est
rouge
aussi
L
e
mur
jaune
Les
maisons
jaunes
Slide 15 - Slide
Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
A
francais
B
francaise
C
francaiss
D
francaises
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Marianne est (verdrietig)
A
tristee
B
tristes
C
tristees
D
triste
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau
Slide 19 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets
Slide 27 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij
Slide 28 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e
Slide 29 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e
Slide 30 - Quiz
Stappenplan:
1. Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2. Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm
Slide 31 - Slide
Kies het juiste antwoord.
Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond
Slide 32 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand
Slide 33 - Quiz
Kies het juiste antwoord.
J'ai deux cousins ______________. (français) > tip: un cousin
A
française
B
français.
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
Het bijvoeglijk naamwoord
June 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Mavo 2: Het bijvoeglijk naamwoord
February 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
atelier 3.2 - 33
May 2020
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
March 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
klas 2TL - bij Hfd. 1 - uitleg de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (1)
June 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord
April 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
klas 2TL - bij Hfd. 3 - uitleg de vorm van het bijvoeglijk naamwoord (1)
September 2020
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
8-6-2020 TL1
May 2020
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1