mavo 2 H4 winst en kosten les 2

Jan verkoopt sokken. hij verkoopt 200 paar sokken voor € 3 per paar. Hoeveel zijn de opbrengsten van Jan?
A
600 (200 x 3)
B
200
C
3
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Jan verkoopt sokken. hij verkoopt 200 paar sokken voor € 3 per paar. Hoeveel zijn de opbrengsten van Jan?
A
600 (200 x 3)
B
200
C
3

Slide 1 - Quiz

Opbrengsten = 
Aantal x prijs
200 x € 3 = 600

Slide 2 - Slide

Jan verkoopt broden. hij verkoopt 300 broden voor €2,50 per brood. Hoeveel zijn de opbrengsten van Jan?
A
750
B
300
C
2,50

Slide 3 - Quiz

jan heeft € 750 aan opbrengsten en
€ 550 aan kosten.
Hoeveel winst maakt hij?
A
750
B
550
C
200 (750 - 550)

Slide 4 - Quiz

Winst = 
opbrengsten - kosten
750 - 550 = 200

Slide 5 - Slide

Jan verkoopt kaas. hij heeft € 1000 aan opbrengsten en € 850 aan kosten. Hoeveel winst maakt hij?

Slide 6 - Open question

Jan verkoopt vlees. hij verkoopt 500 kroketten voor €3 per stuk. Hij heeft huurkosten van € 600 en overige kosten van € 800. Hoeveel winst maakt hij?

Slide 7 - Open question

winst = opbrengsten - kosten
opbrengsten: 500 x 3 = € 1500
kosten 600 + 800 = € 1400
winst: 1500 - 1400 = € 100

Jan verkoopt vlees. hij verkoopt 500 kroketten voor €3 per stuk. Hij heeft huurkosten van € 600 en overige kosten van € 800. Hoeveel winst maakt hij?

Slide 8 - Slide

Bedrijfskolom van een scooter
Zet in de juiste volgorde
scooterwinkel
ijzererts mijn
Groothandel
Hoogovens
scooterfabriek

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide