This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
- alle werkwoorden uit de zin
- de persoonsvorm hoort daar automatisch bij
Zonder twijfel heeft Bas de meeste records verbroken op de sportdag.
Pv?
Ow?
Andere werkwoorden?
pv = heeft
ow = Bas
wg = heeft verbroken
- Soms staat het hele werkwoord uit elkaar
Vb: uitnodigen
- Soms is er een uitdrukking die met het werkwoord te maken heeft
Vb: aan de tand voelen
Deze maand heeft Daniël zakgeldverhoging gekregen.
Wg? Lv?
Pv = heeft
Ow = Daniël
Wg = heeft gekregen Lv = zakgeldverhoging --> Wat heeft Daniël gekregen?