Welke zin uit alinea 1 is de hoofdgedachte van de tekst?
A. Steeds meer jongeren eten ongezond en zijn te zwaar.
B. Daarom is het belangrijk dat jongeren vaker kiezen voor gezond eten en dat ze niet meer eten dan hun lijf nodig heeft.
C. Je lijf heeft niet echt wat aan veel vet, zout en zoet eten.
D. Zeker op school zou dat soort eten niet zo gemakkelijk verkrijgbaar moeten zijn.
E. Toch wordt op veel scholen nog volop ongezond eten verkocht.
F. De Gezonde Schoolkantine, een initiatief van het Voedingscentrum, helpt scholen bij het realiseren van een gezondere kantine.