This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Lesplanning
Blooket 2.7
10 min
Uitleg 2.8 Bevolkingsopbouw deel 1
10 min
Maken opdracht 1 t/m 5-2
10 min
Uitleg 2.8 Bevolkingspiramide deel 2
10 min
LessonUp vragen 2.8
10 min
Huiswerk + Lesafsluiting
10 min
Slide 1 - Slide
Blooket over 2.7
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 2:
Bevolking en ruimte
§2.8 Bevolking in de toekomst
Slide 3 - Slide
Lesdoelen van deze les
Je kunt met leeftijdsdiagrammen en het transitiemodel uitspraken doen over de toekomstige bevolkingsgroei in Duitsland en Nederland.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Het geboorte- en sterftecijfer sterk worden beïnvloedt door het welvaartsniveau van een land. Een stijgende welvaart leidt tot een dalend sterfte- en geboortecijfer.
Het Demografische Transitiemodel
Slide 8 - Slide
Fase 1
Fase 1:
Hoge geboortecijfers.
Hoge sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: stabiel of langzame toename.
Fase 2
Fase 2:
Hoge geboortecijfers
Snel dalende sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: hele snelle bevolkingstoename
Fase 3
Fase 3:
Snel dalende geboortecijfers.
Langzaam dalende sterftecijfers..
Natuurlijke bevolkingsgroei: groei wordt langzaam minder.
Fase 4
Fase 4:
Lage geboortecijfers.
Lage sterftecijfers.
Natuurlijke bevolkingsgroei: weinig of geen groei.
Hulp? Lees 2.8 nogmaals door of bekijk dit filmpje
Resultaat? Klassikaal bespreken
Klaar? Maak 2.8 verder af
Ook daarmee klaar? Werk verder aan je begrippen PowerPoint
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Bespreken opdrachten
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Bevolkingsdiagrammen in transitie
In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is ook te zien in deze bevolkingsdiagram, je ziet namelijk dat de voet van de pyramide, wat de mensen tussen 0 en de 15 jaar weer geeft, erg breedt is. Richting de top wordt hij al snel erg puntig. dit houdt in dat de bevolking vanaf 65 snel kleiner wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
1
In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door. Dit is ook duidelijk te zien aan de bevolkingsdiagram. Door de breede voet vertelt dat geboortecijfer nog steeds hoog is, maar er overlijden weinig mensen, het sterftecijfer is dalend. Dit is ook duidelijk te zien door dat de punt van de bevolkingsdiagram minder stijl wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
2
In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe, daardoor wordt de groei van de bevolking afgeremd. Je ziet aan de voet van de bevolkingsdigram dat de geboortecijfer daalt, want hij wordt minder breedt. Het sterftecijfer neemt door de toenemende welvaart ook af, dit zie je doordat de top niet meer punt heeft, maar meer rond wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een granaat-vorm.
3
In deze fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. In de 4e fase is er een lage en vrij wel gelijke sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. De bevolkingsdiagram zal meer recht worden. In de toekomst zal het naar de 5e fase verschuiven, het geboortecijfer zal dalen en het sterftecijfer zal sterk gaan stijgen waardoor de bevolkingsgroei zal afnemen. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een urn-vorm
4/5
Elke fase in het demografische transitiemodel heeft ook een eigen bevolkingsdiagram.
!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Bevolking in de toekomst
In NL en DL zullen in de toekomst de bevolkingsopbouw verder veranderen.
vergrijzing
ontgroening
Deze transitie kan je goed terug zien in de bevolkingspiramide. Deze veranderd van vorm.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Gevolgen
SOCIAAL
Grotere groep mensen met een migratieachtergrond kan sociale gevolgen hebben.
ECONOMISCH
De groep werkenden wordt steeds kleiner, die betalen belastingen ed. Daardoor moeten we met ons allen langer doorwerken.
RUIMTELIJK
Minder mensen dan ook minder voorzieningen, vooral in de dorpen.
Slide 20 - Slide
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
GC en SC zijn laag (GC net boven SC)
GC en SC zijn laag (GC net onder SC)
GC en SC zijn hoog
GC daalt
sterfecijfer daalt
Slide 21 - Drag question
Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografisch transitiemodel?