BSR 14/03 1aha Spelling §7 pv tt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Open je boek op blz. 252-253.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§7 Persoonsvorm
tegenwoordige tijd

Voordat we beginnen:

1AHA

SPELLING

CURSUS 7:

• Je weet waar we de komende tijd aan gaan werken bij Nederlands.
• Je kunt zinnen in de tegenwoordige tijd herkennen.
• Je kunt de persoonsvorm in tegenwoordige tijd correct spellen.

Lesdoelen

In deze les:

• Waar gaan we de komende tijd aan werken?
• Starten met Cursus 7: Spelling.
• Hoe spel je de persoonsvorm in tegenwoordige tijd?
• Oefenvragen in LessonUp.
• Tijd voor opdrachten.
• Gezamenlijk afronden.

§7 Persoonsvorm 

tegenwoordige tijd

blz. 252-253.

Wat voor woordsoort is een persoonsvorm altijd?

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. voorzetsel

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Hij ... (bedienen) zijn gasten.

1. hij bediend
2. hij bedient

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Zij ... (zwaaien) naar haar buurjongen.

1. zij zwaait
2. zij zwaaid

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Hij ... (vinden) dat vast geen probleem.

1. hij vindt
2. hij vind

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Jij ... (onthouden) dat toch niet!

1. jij onthoud
2. jij onthoudt

Uitlegfilmpje!

Wat klopt hier niet?

Wat klopt hier niet?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?

1. onthoud
2. onthoudt
3. onthield
4. onthouden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.

1. geef
2. geeft
3. gaf

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De vliegtuigen ....... op tijd.

1. land
2. lande
3. landen
4. landden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren)beslist niet!

1. gebeurt
2. gebeurd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.

1. bereid
2. bereidt

Scheidbare werkwoorden hebben twee verschillende ik-vormen.
Deze werkwoorden kun je namelijk loskoppelen. 

Wil je dat ik dit opschrijf?

Ik schrijf dit op. 

Hij kan heel snel afwassen.

Ik heb echt geen zin om af te wassen.

Let op!

Aan het werk

Optie A = huiswerk	Optie B als optie A klaar is	Optie C als optie A klaar is
Cursus 7: Spelling, §7 Persoonsvorm in tegenwoordige tijd. (blz. 252-253). Havo: opdracht 1, 3, 4 en 5. Vwo: Opdracht 1, 3, 4 en 6.	Oefen verder in de online trainer via Magister -> leermiddelen -> Nederlands -> Cursus 7 Spelling -> paragraaf 7. Of werk alvast verder aan paragraaf 8.	Maak een samenvatting van spelling §7. Gebruik voorbeelden uit het boek of verzin zelf voorbeelden.

• Je weet waar we de komende tijd aan gaan werken bij Nederlands.
• Je kunt zinnen in de tegenwoordige tijd herkennen.
• Je kunt de persoonsvorm in tegenwoordige tijd correct spellen.

Lesdoelen

'Ik weet hoe ik de persoonsvorm in tegenwoordige tijd moet spellen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

Wie heeft nog een vraag over grammatica zinsdelen?