1.4 & 1.5

Hefbomen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hefbomen

Slide 1 - Slide

Functie van een hefboom?

Slide 2 - Slide

1: massa's omrekenen naar kg

Slide 3 - Slide

Verklaar dit?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is een moment?

Slide 6 - Slide

Krachtenschaal

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Hierna volgen nu 2 examenvragen
Maak op een papiertje deze vragen en controleer dan je antwoord op de dia daarna! 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Uitwerking examenvraag
Gevraagd: F2
Gegeven: F1 = 750 g = 7.5 N  L1 = 25 cm  
                     F2 = ?                          L2 =  75 cm 
Formule: F1 x L1 = F2 x L2
Ingevuld: 7.5 N x 25 cm = F2 x 75 cm
                      187.5 Ncm      = F2 x 75 cm
                       187.5 Ncm : 75 cm = 2.5 N
Antwoord: F2 = 2.5 N       

Slide 13 - Slide

Bereken de zwaartekracht van de last.

Slide 14 - Slide

UItwerking examenvraag
Gevraagd: F2
Gegeven: F1 = 1250 kg = 12500 N L1 = 0.6 m  
                     F2 = ? L2 = 3.4 m 
Formule: F1 x L1 = F2 x L2
Ingevuld: 12500 N x 0,6 m = F2 x 3.4 m
                      7500 Ncm = F2 x 3.4 m
                      7500 Ncm : 3.4 m = 2205,88 N
Antwoord: F2 = 2206 N 

Slide 15 - Slide

Druk

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Druk

Slide 20 - Slide

Verschil tussen kracht en druk?
Een kracht oefen je uit op een voorwerp. De kracht wordt uitgedrukt in newton.


Druk is de kracht die een voorwerp uitoefent op een oppervlakte.

Slide 21 - Slide

Herhaling! Zwaartekracht berekenen:

Om de zwaartekracht op een voorwerp te berekenen gebruik je de formule:

Waar g = 10 N/kg (Havo: 9,81 N/kg)

Fz=mg

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat is de eenheid van kracht?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt

Slide 24 - Quiz

Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt

Slide 25 - Quiz

Hoe bereken je de druk
A
oppervlakte x massa
B
oppervlakte x kracht
C
massa : oppervlakte
D
kracht : oppervlakte

Slide 26 - Quiz

Bereken de druk. Een voorwerp heeft een massa van 12 kg en staat op een ondersteunend vlak van 0,6 m^2

A
2,0 N/m^2
B
20 N/m^2
C
2,0x10^2 N/m^2
D
2,0x10^3 N/m^2

Slide 27 - Quiz

Een vrachtwagen moet door een modderig terrein om de lading te lossen. Hoe kan de chauffeur er voor zorgen dat de banden minder diep in de modder komen te zitten?
A
De banden verbreden
B
De banden versmallen
C
Minder banden
D
kleinere banden

Slide 28 - Quiz

Waarom zak je minder in de sneeuw met ski's?
A
Je zwaartekracht wordt minder
B
Je zwaartekracht wordt meer
C
Je oppervlak met de sneeuw wordt kleiner
D
Je oppervlak met de sneeuw wordt groter

Slide 29 - Quiz

Een punaise heeft een punt met een oppervlakte van
1 mm^2. De dikke kant van de punaise is 100 mm^2.
Je duwt met een kracht van 50 N op de punaise.
Wat is de kracht van de punaisepunt op het prikbord?
A
50 N
B
5,0X10^4 N
C
0,50 N
D
5,0x10^7 N

Slide 30 - Quiz

Bereken de druk van een dame van 70 kg die op naaldhakken loopt en met 1 hak op de grond staat. De naaldhak heeft een oppervlakte van 1 cm2
A
7,0x10^2 N/m2
B
7,0 x 10^6 N/m2
C
0,00070 N/m2
D
7,0 N/m2

Slide 31 - Quiz

10 N/cm2 = ..... Pa
A
10 Pa
B
1000 Pa
C
100000 Pa
D
100000000 Pa

Slide 32 - Quiz

Druk in de praktijk: 
de naaldhakken van Angelina Jolie en een olifantenpoot

Slide 33 - Slide

Olifant
 Een mannetjesolifant weegt ongeveer 5000 kg.
De oppervlakte van een poot is 0,025 m².

 Hoe groot is de zwaartekracht die de olifant uitoefent: ?
Hoeveel oppervlakte hebben 4 poten samen: ?

Hoe groot is nu de druk: ?

Slide 34 - Slide

Angelina Jolie
 Angelina weegt ongeveer 60 kg.
De oppervlakte van een hak is 0,0005 m².

 Hoe groot is de zwaartekracht die Angelina uitoefent: ?
 Hoeveel oppervlakte hebben beide naaldhakken: ? 
Hoe groot is nu de druk: ?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video