2E Taalverzorging: vergelijking H5

Nederlands
Taalverzorging formuleren 
Je leert over de trappen van vergelijking en als en dan. 

Blz. 134
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Nederlands
Taalverzorging formuleren 
Je leert over de trappen van vergelijking en als en dan. 

Blz. 134

Slide 1 - Slide

Vergelijken
Bijvoeglijke naamwoorden hebben drie trappen van vergelijking
  1. De stellende trap. Mooi. Zij is mooi. 
  2. De vergrotende trap. Mooier. Maar zij is nog mooier. 
  3. De overtreffende trap. Mooist. Hij is het mooist. 

Vaak komt er bij de vergrotende trap een - er achter. 
Liever, mooier, beter, langer, aardiger.
Soms moet je een letter weglaten of juist toevoegen. 
Goedkoop - goedkoper, duur - duurder, dik - dikker, groot - groter.

Slide 2 - Slide

Vergelijken
Bij de overtreffende trap komt er vaak een - st achter. 
Liefst, goedkoopst, duurst, knapst, schattigst, mooist. 

Soms verandert het hele woord. 
Graag - liever - liefst, goed - beter - best, weinig - minder - minst.


Slide 3 - Slide

Maak de vergrotende en overtreffende trap van:
zielig.

Slide 4 - Open question

Maak de vergrotende en overtreffende trap van:
vies.

Slide 5 - Open question

Als of dan?
Je gebruikt het woord als na de stellende trap. Je gebruikt het na 'gelijkheid'. Je bent niet beter, sneller maar juist even snel. 
Ik ben even mooi al jij, mijn vader is net zo slim als jouw vader. 
 
Je gebruikt het woord dan na de vergrotende trap. Nu beschrijf je wel een verschil. Je bent beter, sneller, slimmer. 
Ik ben mooier dan jij, mijn moeder kan sneller zwemmen dan haar.

Slide 6 - Slide

Bij de Albert Heijn verdienen vakkenvullers meer ... bij de Jumbo.
A
Dan
B
Als

Slide 7 - Quiz

In de toekomst zijn zullen elektrische auto's nog populairder zijn ... nu.
A
Dan
B
Als

Slide 8 - Quiz

Haar broer is ongeveer die jaar ... (oud) dan hij.

Slide 9 - Open question

Bij honkbal sloeg Jan de bal het ... (ver).

Slide 10 - Open question