nakijken: par. 7.4: vraag 28 t/m 32 (was hw)
28a. de uitgaven zijn meer dan de inkomsten
b. directe belastingen en indirecte belastingen
c. Zorg (€75,4 miljard) en Sociale Zekerheid en werkgelegenheid (€78,5 miljard)
29a. ziekenhuizen, ouderenzorg, thuiszorg, maatschappelijke zorg, etc.
b. Uitkeringen, bijstand, aanpak jeugdwerkloosheid, kinderopvangtoeslag, etc.
c. Veiligheid en justitie
30a. Voor 2017 ging het minder goed met de economie, in 2017 lijkt het beter te gaan.
b. voorzieningen die door de overheid zijn geregeld en voor iedereen zijn.
c. Consumenten met meer vertrouwen, geven meer geld uit. Dit is goed voor de economie (meer productie).
31a. Bij een verzekering betaal je een premie, zodat de verzekeraar de financiële risico's dekt.
b. Bij een sociale verzekering betaal je sociale premie, deze zijn verplicht en geregeld door de overheid.