Tegenstellingen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
nedBasisschoolGroep 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een tegenstelling?

Slide 2 - Mind map

Tegenstelling
Twee woorden die precies het omgekeerde betekenen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Doel van deze les
Ik weet dat sommige woorden een tegenstelling hebben
Ik kan een tegenstelling geven van een woord

Slide 5 - Slide

Warm
Koud

Slide 6 - Slide

Groot
Klein

Slide 7 - Slide

Dik
Dun

Slide 8 - Slide

Vies
Lekker

Slide 9 - Slide

Snel
Langzaam

Slide 10 - Slide

Wat is het tegenoverstelde van lang?
A
kort
B
groot
C
klein
D
dik

Slide 11 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van aan?
A
uit
B
dicht
C
open
D
toe

Slide 12 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van dicht?
A
gesloten
B
koud
C
open
D
vast

Slide 13 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde altijd?
A
vaak
B
nooit
C
soms
D
regelmatig

Slide 14 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van blij?
A
boos
B
bang
C
ziek
D
verdrietig

Slide 15 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van warm?

Slide 16 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van man?

Slide 17 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van op tijd?

Slide 18 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van binnen?

Slide 19 - Open question

Wat is het tegenovergestelde van groot?

Slide 20 - Open question

Maak de oefening op Google Classroom

Slide 21 - Slide