wk.42 ww.spelling/woordsoorten

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

leesboek, lesboek, laptop,
schrift en etui

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands

Je legt klaar:

leesboek, lesboek, laptop,
schrift en etui

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  1. Lezen in leesboek (10 min.) 
  2. Instructie Engelse werkwoorden/gebiedende wijs (10 min.)
  3. Feedback ww. spelling
  4. Werken aan Huiswerk/oefenen ww. spelling
  5. Start met het fictiedossier; maak een voorkant met titel van je leesboek, naam en klas vermeld, lees in de opdracht welke informatie weet je al? 

Slide 2 - Slide

Tekst
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Periode 1

  • Week 42:                        Fictiedossier formatief inleveren
  •                                            Ww.spelling/woordsoorten
  • Week 43:                        Feedback op fictiedossier
  • Week 45:                        Fictiedossier inleveren
  • Week 46:                        Werkwoorden en Grammatica woordsoorten
  • Week 47:                        Toets Spelling werkwoorden en Grammatica 

Slide 4 - Slide

 Lesdoel: Engelse werkwoorden
  • je weet hoe je de Engelse werkwoorden moet vervoegen

Slide 5 - Slide

Schrijf een Engels (leen)werkwoord op dat wij in het Nederlands gebruiken.

Slide 6 - Mind map

Werkwoorden uit het Engels.

- Engelse werkwoorden hebben een Nederlandse vorm gekregen : joggen (to jog), racen (to race), mailen (to mail).

- Daardoor kun je de Nederlandse regels gebruiken als je het woord spelt.

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm van de persoonsvorm in.
Kies indien mogelijk de tegenwoordige tijd!
1. Vandaag _________(carpoolen) Frits met zijn collega Mirte.

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van de persoonsvorm in.
Kies indien mogelijk de tegenwoordige tijd!
2. Suus ___________ (zappen) bij elke reclame naar een andere zender.

Slide 9 - Open question

Werkwoorden uit het Engels
Je whatsappt, je e-mailt en vroeger werd er zelfs gefaxt

- In principe vervoeg je die werkwoorden dus ook net zoals andere werkwoorden.

checken - ik check - hij checkt - hij checkte - ik heb gecheckt.
streamen - ik stream -  hij streamt - hij streamde - ik heb gestreamd. 

Slide 10 - Slide

Regels Engelse werkwoorden (1)

- Laat de Engelse uitgangs-e staan als je uitspraakproblemen krijgt: saven, jij savet, ik savede, ik heb gesaved


- Werkwoorden die je op zijn Nederlands uitspreekt krijgen geen dubbele medeklinker: grillen - grilde - gegrild



Slide 11 - Slide

Regels Engelse werkwoorden (2)
  • Soms schrijf je twee medeklinkers, om duidelijk te maken dat een woord op z'n Engels uitgesproken wordt. 
  • De dubbele medeklinker blijft dus staan als dit nodig is voor de juiste uitspraak.
paintballen - ik paintball - hij paintballt
passen - ik pass - hij passt
grillen - ik gril - hij grilt
stressen - ik stres - hij strest

Slide 12 - Slide

(Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet

Slide 13 - Quiz

Hoe spel je het voltooid deelwoord van...
stressen
A
gestrest
B
gestresst
C
gestressd
D
gestresd

Slide 14 - Quiz

O.V.T Engelse werkwoorden
joggen
Laatste letter van de stam in  't kofschip? 
Ja, stam + te (n)
Nee, stam + de(n)

Ik jogde
Wij jogden

Slide 15 - Slide

(Daten) jij vorig jaar niet met die kok?
A
Date
B
Date
C
Datete
D
Dateten

Slide 16 - Quiz

Vorige week (skaten) Bas en Gijs met zijn tweeën door de straten van Emmen.
A
skaten
B
skateten
C
skateden
D
skatten

Slide 17 - Quiz

Hij is naar huis .... (skaten)
A
geskate
B
geskatet
C
skate
D
geskated

Slide 18 - Quiz

(Saven) hij je werkstuk op de harde schijf?
A
save
B
saved
C
savet

Slide 19 - Quiz

Gebiedende wijs

Slide 20 - Slide

Gebiedende wijs
  • De gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken.
  • De gebiedende wijs bestaat uit de ik-vorm.

    Ga nu naar huis!
    Maak je huiswerk!


Slide 21 - Slide

                  Gebiedende wijs
Welke vervoegingsvorm heeft de gebiedende wijs?
Ik-vorm

Slide 22 - Slide

Gebiedende wijs
Gebiedende wijs= bevel​

> er staat dan geen onderwerp in de zin​

Slide 23 - Slide

de gebiedende wijs spel je als
A
een werkwoord in de 1e persoon
B
een werkwoord in de 2e persoon
C
een werkwoord in de 3e persoon
D
een werkwoord in de meervoud

Slide 24 - Quiz

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bind dit touw vast!

Slide 25 - Quiz

Gebiedende wijs

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 26 - Quiz

Welke is de gebiedende wijs?
A
Ga naar huis
B
Jij gaat nu leren

Slide 27 - Quiz

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Aan het werk ......
  1. HUISWERK WOE. 16 oktober: Cursus 6 Formuleren (digitale methode) 
  2. Huiswerk woe. 23 oktober: Cursus 7 Ww. spelling                                                        TH: Par. 10: opdr. in jouw leerroute!      (Par.9: herhaling 1, ww. spelling)         HA: Par. 10: opdr. in jouw leerroute!      (Par.9: herhaling leerjaar 1)                              Par. 12: opdr. in jouw leerroute!                                                                                  A: Par. 11: opdr. in jouw leerroute!       (Par.9: herhaling leerjaar 1)                              Par. 10: opdr. in jouw leerroute!
  3. Start met het fictiedossier; maak een voorkant met titel van je leesboek, naam en klas vermeld, lees in de opdracht welke informatie weet je al? 

Slide 29 - Slide