Th4, B2: Geslachtschromosomen

B2: Geslachtschromosomen
Th4: Erfelijkheid
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B2: Geslachtschromosomen
Th4: Erfelijkheid

Slide 1 - Slide

Doelstelling
Je moet kunnen beschrijven op welke wijze de geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen

Slide 2 - Slide

Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van de mens
A
32
B
23
C
46
D
48

Slide 3 - Quiz

Is krullend haar genotype of fenotype?

A
Genotype
B
Fenotype

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak over genotype en fenotype klopt het best?
A
Het fenotype komt voort uit het genotype.
B
Het genotype komt voort uit het fenotype.
C
Het fenotype komt voort uit het genotype en milieuinvloeden.

Slide 5 - Quiz

Genotype of Fenotype?
Iemand heeft blauwe ogen.
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 6 - Quiz

Je wordt bruin van de zon na een zonvakantie. Is dit je genotype of fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 7 - Quiz

Genotype of Fenotype?
Dit geef je door aan je kinderen.
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 8 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een geslachtscel (eicel/zaadcel)
A
32
B
23
C
46
D
48

Slide 9 - Quiz

Zijn alle chromosomenparen gelijk aan elkaar?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Lichaamscel: 23 paar chromosomen (230

  • 22 paar 'gewone' chromosomen
  • 1 paar geslachtschromosomen

Geslachtscel: 23 chromosomen

  • 22 'gewone' chromosomen
  • 1 geslachtschromosoom

Slide 11 - Slide

De geslachtschromosomen bepalen of iemand een man of een vrouw is

Vrouw: XX

  • de eicel heeft een X en de spermacel heeft ook een X

Man: XY

  • De eicel heeft een X en de spermacel heeft een Y

Slide 12 - Slide



Slide 13 - Slide



Slide 14 - Slide

Bepaling van het geslacht
  • Op het moment van de bevruchting
  • zaadcel bepaald het geslacht
  • meisje: eicel + spermacel met X-chromosoom
  • jongen: eicel + spermacel met Y-chromosoom

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video