Reageren op Prikkels: Zenuwstelsel, Zintuigen & Gedrag

Reageren op Prikkels: 
Zenuwstelsel, Hormonen, Zintuigen & Gedrag
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Reageren op Prikkels: 
Zenuwstelsel, Hormonen, Zintuigen & Gedrag

Slide 1 - Slide

Wat je moet kennen/kunnen
  • de rol en de werking van het zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten
  • beschrijven welke relatie er is tussen gedrag en inwendige en uitwendig prikkels
  • gedrag van mens en dier op een gestandaardiseerde wijze beschrijven en dat beschreven gedrag verklaren

Slide 2 - Slide

Wat is een inwendige prikkel?
A
Ik ruik een frikandelbroodje
B
Ik heb trek in een frikandelbroodje
C
Ik zie een frikandelbroodje
D
Mijn vriend praat over een frikandelbroodje

Slide 3 - Quiz

1
2
3
4
5
In de zintuigcellen ontstaan impulsen
De impuls wordt door zenuwen naar de hersenen geleid
De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen
Je wordt je bewust van wat je waarneemt
Een prikkel komt via het zintuig in de zintuigcel terecht

Slide 4 - Drag question

Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 5 - Drag question

Wat zijn de taken van de grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam?
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Beslissen hoe je reageert op prikkels
Coordinatie van spierbewegingen
Dingen onthouden
Bewustwording van waarnemingen
Nadenken
Regelen van je pupil reflex
Regelen van de hartslag en ademhaling

Slide 6 - Drag question

Noem drie reflexen

Slide 7 - Open question

Wat is het nut van het pupilreflex?

Slide 8 - Open question


Welke zenuwcel is een bewegingszenuwcel?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 9 - Quiz

Gevoelszenuw
Schakelcel
Bewegingszenuw
Gemengde zenuw

Slide 10 - Drag question

In welk gedeelte zitten de uitlopers van schakelcellen?
A
Grijze stof
B
Witte stof

Slide 11 - Quiz

Wat kun je uit de context concluderen over de drempelwaarde voor geluidsprikkels bij Elvy? Leg je antwoord kort uit.

Slide 12 - Open question

lens
iris
netvlies
zenuw
vaatvlies
Glasachtig lichaam
gele vlek

Slide 13 - Drag question

Wat is de functie
van traanvocht?

Slide 14 - Open question

Je zit 's zomers in de zon op het strand een boek te lezen.
Is je pupil groot of klein? Is je lens bol of plat?
A
pupil = groot lens = bol
B
pupil = klein lens = plat
C
pupil = groot lens = plat
D
pupil = klein lens = bol

Slide 15 - Quiz

Zou het oog van het spookdiertje (dat vooral 's nachts actief is) meer staafjes of kegeltjes bevatten?

Slide 16 - Open question


Wat zit er op het netvlies bij de blinde vlek?
A
kegeltjes
B
staafjes
C
kegeltjes en staafjes
D
geen kegeltjes en staafjes

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van het vaatvlies?

Slide 18 - Open question

Welke weg volgt een geluidstrilling om bij het slakkenhuis te komen? Zet de onderdelen in de juiste volgorde.
Geluidstrillingen.
Oorschelp
Trommelvlies 
Slakkenhuis
Gehoorzenuw
Hamer 
Aambeeld
Stijgbeugel

Slide 19 - Drag question

Wat is NIET WAAR
over de buis van Eustachius?

A
Als je gaapt of slikt gaat deze open
B
Hij kan verstopt raken
C
Het is een verbinding in het slakkenhuis
D
Het is een verbinding tussen neus en oor

Slide 20 - Quiz

Wat is de motivatie van een Gnoe om weg te rennen van een leeuw?

Slide 21 - Open question

De huid heeft 3 taken. Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon

Slide 22 - Quiz

Hoe reageert de huid bij warmte of kou?
huid bij kou
huid bij warmte
de bloedvaten zijn nauw
De bloedvaten zijn wijd
Spieren trekken samen (rillen)
Kippenvel
Je zweetklieren produceren meer zweet.

Slide 23 - Drag question

Hoornlaag
Kiemlaag
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 24 - Drag question

In welke huidlaag zal de inkt van een tattoo aangebracht worden?

Slide 25 - Open question

Wat is de taak van pigment uit pigmentcellen
A
UV-straling tegenhouden
B
Beschermen tegen ziekteverwekkers
C
Zweet produceren
D
Talg produceren

Slide 26 - Quiz

Als je verliefd wordt, ontstaan in de hypofyse hormonen.

Met welk nummer van de afbeelding is de hypofyse aangegeven?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 27 - Quiz

glycogeen
glucagon
insuline
glucose
stijgt

Slide 28 - Drag question

Wat gebeurt er wanneer de schildklier te veel schildklierhormoon aanmaakt?
A
de persoon krijgt veel meer honger
B
persoon wordt rusteloos en vermagert
C
de persoon krijgt minder honger
D
de persoon wordt rustig en komt aan

Slide 29 - Quiz

Welke afbeelding laat een supranormale prikkel zien?
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Leg uit wat een sleutelprikkel is

Slide 31 - Open question

In een bos bevinden zich veel overlappende territoriums van allerlei verschillende diersoorten.
Leg uit dat het geen probleem is dat deze territoriums elkaar overlappen.

Slide 32 - Open question

Wat is geen goed voorbeeld van inprenting?
A
Gansje net uit het ei gekropen herkent haar mama
B
Moedergans herkent het uit het ei gekropen eendje
C
De peuter wordt tweetalig opgevoed
D
Op 60 jarige leeftijd leerde zij nog een vreemde taal

Slide 33 - Quiz

Wat is volgens de informatie de sleutelprikkel voor het beschreven baltsgedrag van het mannetje?

Slide 34 - Open question

Schrijf de juiste rangorde op in de volgorde van meest dominant naar minst dominant.

Slide 35 - Open question

Welk sociaal gedrag zien we hier?
A
territoriumgedrag
B
baltsgedrag
C
groepsgedrag
D
broedzorg

Slide 36 - Quiz

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting

Slide 37 - Quiz

De chimps hiernaast zijn bezig met het verzamelen van hun eten. Dat bestaat onder andere uit termieten die ze met behulp van een takje uit een termietenheuvel peuteren. Ze laten de termieten een einde op het takje lopen om ze vervolgens langs hun lippen af te vegen.

Op welke manier hebben de chimpansees geleerd dat dit een effectieve manier is om eten te verzamelen?

A
inprenting
B
gewenning
C
conditionering
D
imitatie

Slide 38 - Quiz