Quiz NaSk H4 Elektriciteit

M2C 
blz 121 oefentoets
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NaSkMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

M2C 
blz 121 oefentoets
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Hoe noem je een stof waar makkelijke elektriciteit doorheen stroomt?
A
Isolator
B
Metaal
C
Geleider
D
Elektron

Slide 2 - Quiz

Wat is het symbool van de grootheid: Stroomsterkte?
A
A
B
I
C
U
D
V

Slide 3 - Quiz

Zorg dat de lamp brand...

Slide 4 - Drag question

Welke van de volgende apparaten is geen spanningbron?
A
Schakelaar
B
Dynamo
C
Batterij
D
Generator

Slide 5 - Quiz

Vanaf welke spanning wordt elektriciteit als gevaarlijk beschouwd?
A
10 V
B
40 V
C
100 V
D
230 V

Slide 6 - Quiz

Zorg dat de lamp brand...

Slide 7 - Drag question

Hoe hoog is de spanning op het Nederlandse elektriciteitsnet?
A
110 V
B
110 A
C
230 V
D
230 A

Slide 8 - Quiz

Welke uitspraak is niet waar over het Nederlandse elektriciteitsnet?
A
Op sommige dikke kabel boven de grond staat wel 350000 V
B
De maximale stroomsterkte voor een huishouden is 16A.
C
De spanning op kabels naar een gebruiker is nooit hoger dan 10 kV
D
De stroom wisselt 50 keer per seconde van richting.

Slide 9 - Quiz

Zorg dat de lamp brand...

Slide 10 - Drag question

Een lampje dat gemaakt is voor 6 V, zal bij een spanning van 12 V?
A
Zwak branden
B
Gewoon branden
C
Feller branden
D
Doorbranden

Slide 11 - Quiz

Welke schakeling is in serie geschakeld?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Wat is de totale stroomsterkte in deze schakeling?
A
800mA
B
1,6 mA
C
1600 A
D
1,6 A

Slide 13 - Quiz

Bij welke schakeling geeft de voltmeter de spanning aan van de batterij?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Op welke plek(ken) kun je de totale stroomsterkte meten?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
3 en 4
D
4 en 1

Slide 15 - Quiz

Drie 1,5 V batterijen worden parallel geschakeld. Wat kun je zeggen over deze batterijen?
A
Ze leveren samen 4,5 V
B
Ze leveren samen 0,5 V
C
Ze leveren 1,5 V, maar gaan langer mee
D
Ze leveren 1,5 V, maar zijn sneller op

Slide 16 - Quiz

Op welke plek(ken) kun je de stroomsterkte door lamp B. meten?
A
1, 3 en 4
B
1 en 4
C
Alleen plek 3
D
Alleen plek 4

Slide 17 - Quiz

Maak een schakeling waarbij de totale  stroomsterkte en de spanning over 1 van de 2 lampen wordt gemeten. 

Slide 18 - Drag question