Grammatica, voor de toets

Deze les
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Het lijdend voorwerp begint nóóóit met
een ...............

Slide 3 - Mind map

Het meewerkend voorwerp begint vaak met de woorden 'aan' of 'voor'. Je kunt deze woorden weglaten en toevoegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Geef een voorbeeld van een wg, waarbij je niet alleen werkwoorden gebruikt.

Slide 5 - Open question

Noem de 4 vragende voornaamwoorden

Slide 6 - Mind map

Noem de 7 aanwijzende voornaamwoorden

Slide 7 - Open question

Maak een zin met 'de vis' als onderwerp.

Slide 8 - Open question

Maak een zin met 'de vis' als lijdend voorwerp.

Slide 9 - Open question

Maak een zin met 'de vis' als meewerkend voorwerp.

Slide 10 - Open question

Als er geen lv is, heb je ook geen mv.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Voor de pv staat altijd maar één zinsdeel
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz