Betrekkelijke voornaamwoord met ingesloten antecedent
Wie en wat verwijzen als betrekkelijk vnw terug op een antecedent. Soms echter zit het antecedent als het ware 'opgesloten' in het wie en wat.
Wie dat doet, is een stommeling.
Degene die dat doet, is een stommeling.
Wat hij zei, klinkt redelijk.
Dat wat hij zei, klinkt redelijk.