P4L12 - 3HD - Vrijdag - Grammatica woordsoorten 4.8

Welkom 3HD











: )


Vrijdag

Planning van dit uur
  • Stillezen (10 minuten) 
  • Uitleg Grammatica woordsoorten 
  • Individueel werken 

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het betrekkelijk voornaamwoord is;
  • heb je geleerd wat het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 3HD











: )


Vrijdag

Planning van dit uur
  • Stillezen (10 minuten) 
  • Uitleg Grammatica woordsoorten 
  • Individueel werken 

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat het betrekkelijk voornaamwoord is;
  • heb je geleerd wat het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is. 

Slide 1 - Slide

Stillezen
Wat
Lees in stilte in je leesboek
Hoe
Individueel 
Hulp
Geen
Tijd
10 minuten
Uitkomst
Over dit boek ga jij jouw mindmap maken
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 5, 6 en 7 van 4.8 Woordsoorten)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Grammatica 
Zinsdelen
Woordsoorten
Persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, etcetera.
Werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, etcetera. 

Slide 7 - Slide

Woordsoorten (3hv)

Slide 8 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord
  • Verwijst naar antecedent (een woord dat al eerder is genoemd) 

Voorbeelden: dat, die, wie, waar, wat 

Lotte die dat karretje pakt, is een stommeling. 

Slide 9 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord


Lotte die dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 10 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent


Wie dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 11 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord 


Degene die dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 12 - Slide

Dat wat hij zei, klinkt redelijk.

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in deze zin?
A
Dat
B
wat
C
hij
D
zei

Slide 13 - Quiz

Wat hij zei, klinkt redelijk.

Hoe noem je het woord 'wat'?
A
Betrekkelijk voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent

Slide 14 - Quiz

Individueel werken
timer
5:00
Wat
Lees de leertekst 'betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent' (of kijk de uitlegvideo op Talent) 
Maak opdracht 8, 9 en 12 + 13 en 15 van 4.8 Grammatica woordsoorten
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, daarna fluisterend overleggen als dat nodig is
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de SO grammatica H1 t/m H4
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 15 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt herhaald wat het betrekkelijk voornaamwoord is;
  • hebt geleerd wat het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is. 

Huiswerk
  • Lees de leertekst 'betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent' (of kijk de uitlegvideo op Talent)
  • Maak opdracht 8, 9 en 12 + 13 en 15 van 4.8 Grammatica woordsoorten

    Slide 16 - Slide