This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Blaasspoeling
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt volgens het voorgeschreven protocol en wettelijke richtlijnen een blaasspoeling uitvoeren.
Je kunt complicaties tijdig signaleren en beoordelen welke actie je hierop moet ondernemen.
Slide 2 - Slide
Blaasspoelen
Slide 3 - Mind map
Een blaasspoeling is het reinigen van de blaas of het doorgankelijk houden van de blaaskatheter, door via de blaaskatheter te spoelen met een speciale vloeistof.
Slide 4 - Slide
Wat is het verschil tussen het spoelen van een katheter en blaasspoelen?
Slide 5 - Slide
Katheter spoelen
Om de katheter doorgankelijk te houden en aanslag te voorkomen en/of verwijderen.
Spoelen gebeurt met een kleine hoeveelheid spoelvloeistof.
Blaasspoelen
Om medicatie in te brengen in de blaas of stolsels en bezinksel uit de blaas te verwijderen.
Spoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid spoelvloeistof.
Spoelvloeistof moet een periode inwerken in de blaas. Dit kan per zorgvrager verschillen.
Slide 6 - Slide
Het inbrengen van een katheter in de blaas is een voorbehouden handeling en het spoelen van de blaas is een risicovolle handeling.
Beide handelingen moeten in opdracht van een arts gebeuren.
Slide 7 - Slide
Enkele indicaties bij blaasspoelen
Om (eiwit)vlokken, gruis en/of stolsels te verwijderen;
medicinale spoeling;
bij blaaskanker;
Het is niet zinvol om zorgvragers met een katheter standaard te spoelen om urineweginfecties te voorkomen!
Slide 8 - Slide
Enkele contra-indicaties bij blaasspoelen
overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel;
beschadiging van het blaasslijmvlies;
urinewegobstructies;
blaasperforatie.
Slide 9 - Slide
Voor- en nadelen van blaasspoelen
Het inbrengen van vloeistof of medicijnen direct in de blaas kan voordelen hebben. Hoge concentraties van het werkzame bestanddeel kunnen op de aangedane plek lokaal inwerken.
Het nadeel is dat je moet katheteriseren.
Slide 10 - Slide
Actieve blaasspoeling
Bij een actieve spoeling wordt de vloeistof onder druk ingebracht in de blaas. De vloeistof wordt met enige kracht in de blaas gespoten. Deze handeling kun je meerdere keren herhalen.
Passieve blaasspoeling
Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Spoelvloeistof
Fysiologisch zout. Dit wordt gebruikt voor het reinigen van de blaas en de katheter.
Citroenzuur. Dit wordt voorgeschreven om kristalvorming te voorkomen en bestaande verkalking in de katheter op te lossen. Er is ook een sterkere concentratie verkrijgbaar.
Chloorhexidine. Dit heeft een sterke antibacteriële werking en wordt voorgeschreven om urineweginfecties te voorkomen.
Slide 13 - Slide
Regels en voorschriften hanteren
Aseptisch werken;
handel volgens protocol
de regels van de wet BIG en WGBO zijn van toepassing
Slide 14 - Slide
Aandachts- en observatiepunten bij blaasspoelen
Zorg ervoor dat de spoelvloeistof op lichaamstemperatuur is.
Werk aseptisch.
Observeer de teruggelopen spoelvloeistof op kleur, samenstelling en hoeveelheid. De hoeveelheid die inloopt moet er ook weer uit.
Voel je weerstand, stop dan de blaasspoeling en waarschuw een arts.
Vraag de zorgvrager om te zuchten tijdens het inlopen van de vloeistof. Dit zorgt voor ontspanning.