Herhalen argumentatie

Herhalen argumentatie
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhalen argumentatie

Slide 1 - Slide

Oefening argumentatiestructuren

Slide 2 - Slide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Het Dollard College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 4 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkend afhankelijke argumentatie

Slide 5 - Quiz

Het Dollard College is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 6 - Quiz

Het Dollard College is een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 7 - Quiz

Oefening argumentatieschema's

Slide 8 - Slide

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 9 - Slide

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quiz

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 12 - Quiz

Mobieltjes zijn verboden tijdens de les, anders hebben de leerlingen totaal geen aandacht voor wat de docent uitlegt.
A
Kenmerk of eigenschap
B
Voordelen-nadelen
C
Vergelijking
D
Oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quiz

Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 14 - Quiz

Waarom zou ik orgaandonor worden? Ik heb er zelf niets aan.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Waarom moet ik een briefje halen? Isabelle was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit

Slide 16 - Quiz

Deze supermarkt vindt omzet belangrijker dan dierenleed, want het merendeel van het kippenvlees in de schappen is afkomstig van plofkippen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voordelen-nadelen

Slide 17 - Quiz

Eet nooit legbatterij-eieren. De manier waarop die kippen worden behandeld, is misdadig.
A
Voorbeeld
B
Voordelen-nadelen
C
Autoriteit
D
Kenmerk of eigenschap

Slide 18 - Quiz

Welke drogredenen ken je?

Slide 19 - Mind map

drogredenen
onjuist gebruik van 
argumentatieschema (redenering):
oorzaak-gevolg, generaliseren, verkeerde vergelijking

overtreden discussieregel:
geen argumenten --> persoonlijke aanval, ontduiken bewijslast, vertekenen standpunt

Slide 20 - Slide

Topsport wordt regelmatig gebruikt voor propaganda. In 1978 tijdens het WK in Argentinië en nu ook weer in Qatar.
A
geen drogreden
B
cirkelredenering
C
verkeerde vergelijking
D
ontduiken bewijslast

Slide 21 - Quiz

Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want dit kabinet doet helemaal niets goed.
A
Ontduiken van bewijslast
B
Persoonlijke aanval
C
Vertekenen van het standpunt
D
Cirkelredenering

Slide 22 - Quiz

Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. En versleten jas gooi je toch ook weg!
A
Bespelen van het publiek
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 23 - Quiz

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
overhaaste generalisatie
D
persoonlijke aanval

Slide 24 - Quiz

Als we wiet legaliseren, zullen meer mensen heroïne proberen.
A
Overhaaste generalisatie
B
Ontduiken van bewijslast
C
Overdrijven van voor-of nadelen
D
Persoonlijke aanval

Slide 25 - Quiz

Werklozen zijn te beroerd om te werken. Dat zie je wel aan mijn buurman
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Welke drogreden gebruikte Louis van Gaal?
A
Onjuist beroep op het oorzaak- en gevolgschema
B
Persoonlijke aanval
C
Vals dilemma
D
Bespelen van het publiek

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Welke drogreden gebruikt de vrouw in het fragment?
A
Bespelen van het publiek
B
Vertekenen van het standpunt
C
Cirkelredenering
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 30 - Quiz

(6) Algoritmen zijn veel meer dan spielerei. Bedrijven en geheime diensten doen er hun voordeel mee. De rechtspraak en de wetenschap gebruiken ze. Algoritmen, die bij Google liefkozend panda en hummingbird worden genoemd, zijn de kookrecepten voor alles wat in de toekomst aan toegevoegde waarde wordt gecreëerd.

Welke drogreden is is deze alinea aanwijsbaar?
A
Een onjuist beroep op autoriteit
B
Een onjuist beroep op kenmerken
C
Een onjuiste vergelijking
D
het overdrijven van voor- en nadelen

Slide 31 - Quiz

(3) Vorig jaar waarschuwde de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen al voor ‘digitale ongeletterdheid’ onder Nederlandse scholieren. De staatssecretaris van Onderwijs besloot daarop de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) hier een rapport over te laten opstellen dat in september uitkomt. Inmiddels verrichten robots medische handelingen, schrijven ze artikelen en printen ze hulpstukken uit. Huis, baan en relatie worden voor mensen gekozen op basis van algoritmen.
A
Argumentatie op basis van kenmerk en eigenschap
B
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 32 - Quiz

Aanvaardbaarheid argumentatie

Slide 33 - Slide

Aanvaardbaarheid betoog
De mate waarin een betoog aanvaardbaar is, hangt af van de gebruikte argumenten.
Voordat je die beoordeelt, breng je eerst de argumentatie in kaart .
  

Wat wordt bedoeld met ‘de argumentatie in kaart brengen’?

Slide 34 - Slide

Eis 1: aanvaardbaarheid argumenten
Het gaat om:
  • Waarderende argumenten
  • Feitelijke argumenten

Slide 35 - Slide

Eis 1: aanvaardbaarheid argumenten
Waarderende argumenten

Een waarderende uitspraak is aanvaardbaar wanneer het in overeenstemming is met de kennis en de opvattingen van het publiek.

Slide 36 - Slide

Eis 1: aanvaardbaarheid argumenten
Feitelijke argumenten, zijn aanvaardbaar als:

  1. Het argument is in overeenstemming met de kennis die het publiek van de wereld heeft.
  2. Het argument is direct controleerbaar en blijkt daarbij waar te zijn. 
  3. Het argument is afkomstig uit een betrouwbare bron.


Slide 37 - Slide

Eis 1: aanvaardbaarheid argumenten
Een bron is betrouwbaar als:

  • Deze deskundig is
  • Geen belangen bij de kwestie heeft
  • Zichzelf niet tegenspreekt

Slide 38 - Slide

Veel mensen zijn tevreden met de huidige regering. Dit blijkt uit een enquête onder VVD-leden, waarin 60% aangaf het beleid te steunen.
A
Aanvaardbaar, want deskundigen geven hun mening.
B
Onaanvaardbaar, want de bron spreekt zichzelf tegen.
C
Aanvaardbaar, want de cijfers zijn controleerbaar.
D
Onaanvaardbaar, want de bron is niet onafhankelijk.

Slide 39 - Quiz

Eis 2: relevantie argumenten
Het argument is relevant als het goed bij het standpunt past en een écht argument voor dit standpunt (logisch) is. 
Het standpunt wordt er aannemelijker door.

Twee vragen hierover


Slide 40 - Slide

De proefpersoon heeft mogelijk diabetes. Ze geeft aan dol op suiker te zijn.
Is dit argument wel/niet relevant?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

De proefpersoon heeft mogelijk diabetes. De bloedsuikerwaarden wijzen daarop.
Is dit argument wel/niet relevant?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Eis 3: consistentie argumenten
De argumenten spreken elkaar niet tegen.

Lees de volgende tekst, spreken de argumenten elkaar tegen?


Slide 43 - Slide

Consistente argumentatie?
Wanneer een docente Nederlands in een ingezonden brief reageert op een andere ingezonden brief waarin gesteld wordt dat de leeslijst voor het vak Nederlands moet worden afgeschaft omdat dit ten koste gaat van het leesplezier, stelt zij eerst dat de leeslijst helemaal niet bestaat en vervolgens dat de literatuur op die lijst interessant genoeg is.

Slide 44 - Slide

Eis 4: argumenten toereikend
De argumenten samen maken een standpunt aanvaardbaar. 

Argumentatie is niet toereikend wanneer argumenten onvoldoende worden onderbouwd. 

Slide 45 - Slide

Eis 4: argumenten toereikend
‘We eten vanaf vandaag geen vlees meer, want in de Libelle stond dat je dat beter niet meer kunt doen’. 

Je weet nu nog niet waarom je dat beter niet meer kunt doen.

Slide 46 - Slide