20-21 par. 4.4 omzetduur

Goederenstroom
Klas 2hvsa en b
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederenstroom
Klas 2hvsa en b
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Inhoud les
  • Lesdoel
  • Omzetsnelheid (par. 4.3) - hoe zat het ook al weer?
  • Uitleg omzetduur (par. 4.4)
  • Afgewisseld met oefenopgaven
  • Huiswerk

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert hoe je de omzetduur 
      moet berekenen.

Slide 5 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
  • Om je risico's te verkleinen, kun je bij voorraadbeheer gebruikmaken van kengetallen.
  • Een kengetal is een getal waardoor de prestaties van een bedrijf inzichtelijk worden.
  • Kengetallen maken het mogelijk om de activiteiten in een bedrijf te beoordelen en te vergelijken met die van andere
     bedrijven.
  • De twee belangrijkste kengetallen van de voorraad zijn:
                  - omzetsnelheid
                  - omzetduur
  • Deze les gaan jullie leren hoe je  de omzetduur moet berekenen.
  • Maar eerst kijken we nog even wat omzetsnelheid ook al weer was en hoe je dit moet berekenen........

Slide 6 - Slide

Wat betekent omzetsnelheid?
A
Hoeveel omzet ik in een periode (jaar) heb gehaald
B
Hoe vaak ik mijn voorraad in een periode (jaar) verkoop
C
Het aantal keer dat ik mijn gemiddelde voorraad in een periode (jaar) verkoop
D
Hoe lang het duurt dat ik mijn voorraad heb verkocht

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een winkelier heeft een omzetsnelheid van 13. Wat betekent dit?
A
Het duurt 13 dagen voordat hij zijn gemiddelde voorraad verkoopt.
B
Hij heeft een winstmarge op zijn voorraad van 13.
C
Hij verkoopt 13 keer per jaar zijn gemiddelde voorraad.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat betekent omzetduur?
A
De tijd die nodig is dat ik mijn omzet haal.
B
De tijd die nodig is om de gemiddelde voorraad één keer om te zetten in geld.
C
Het aantal keer dat ik mijn gemiddelde voorraad in een bepaalde periode heb verkocht.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Oefenopdracht omzetduur
  • De omzetsnelheid is 4,6
  • Bereken de omzetduur in dagen.

Slide 16 - Slide

Bij een gelijke omzet steeg afgelopen jaar de omzetsnelheid. Welk gevolg heeft dit voor de omzetduur?

Slide 17 - Open question

Samenvattend
  • Omzetsnelheid = het aantal keer dat de gemiddelde voorraad in een bepaalde periode
      (meestal een jaar) wordt verkocht.
  • Omzetduur = de tijd die nodig is om de gemiddelde voorraad één keer om te zetten in geld.
  • Berekening omzetduur:
              omzetduur (in dagen)  = gemiddelde voorraad : omzetsnelheid           óf
              omzetduur (in dagen)  = (gemiddelde voorraad x 360) : IWO
  • De uitkomst in hele dagen moet altijd naar boven worden afgerond.

Slide 18 - Slide

Huiswerk voor volgende week
  • Maken H4 (par. 4.4) vraag 14 t/m 21 op pag. 164 t/m 166
  • Huiswerkopdracht zie in Teams 

Slide 19 - Slide